Roberto Paolini van Pithos Ancient Reproductions in Cerveteri (Lazio) reproduceert verschillende soorten Etruskisch, Grieks en Romeins aardewerk. Al op dertienjarige leeftijd begon hij hiermee, puur uit passie. Voor Ciao tutti ging ik op bezoek in Roberto's atelier en maakte daar een video waarmee je je even in Italië waant.
Zoals je ziet reproduceert Roberto verschillende soorten Etruskisch, Grieks en Romeins aardewerk. Voor de zwarte figuren tekent hij personages op het kleiachtige oppervlak van de vaas, met een mengsel van water en klei verrijkt met ijzeroxide. Na deze eerste fase voegt Roberto de details van de figuren toe, door ze voorzichtig te graveren. Andere details kunnen worden toegevoegd met rode of witte pigmenten. Tijdens het bakken van de vaas krijgt de in de pigmenten aanwezige ijzeroxide een glanzend zwarte kleur.
In het Griekse Korinthe werden na de introductie van gravures wel al rode details toegevoegd, terwijl wit pas veel later gebruikelijk werd. In Athene gebruikte men halverwege de zevende eeuw voor Christus wel al geregeld wit, terwijl rood pas later werd geïntroduceerd. De rode figuren ontstaan door de lijnen van een eerste gegraveerde schets om te trekken. De achtergronden buiten de figuren waren zwart. Dankzij deze techniek leek het uiterlijk van de figuratieve scènes meer op reliëf. De details en contouren van de figuren worden overgetrokken met een penseel, met een lichtere, verdunde verf.
In vergelijking met de zwarte figuurtechniek geeft de roodfiguurtechniek een nieuw reliëf aan de vorm van de vaas, waardoor de contourlijn met de zwarte achtergrond wordt versterkt.
Aangezien Wesley Mak wegens vakantie in België verbleef heb ik deze week wat meer meegewerkt aan de Lo Stadio podcast. Het bleef deze keer niet bij een column over wat de Italiaanse sportkranten in de ochtend schreven. Samen met Willem Haak heb ik het hele voetbalweekend doorgenomen.
We hebben het o.a. gehad over:
De meeste Nederlanders die in Italië zijn geweest zullen wel gemerkt hebben dat het betalen met pinpas en creditcard niet de norm is in Italië. Bij grote winkelketens kan het wel, maar het is altijd aan te raden om contant geld op zak te hebben voor het geval je bij een kleinere winkel iets wil kopen of een kopje koffie wil drinken. Het komt zelfs voor dat er winkels zijn die bij de ingang een bord hebben hangen dat elektronische betalingen zijn toegestaan, maar als puntje bij paaltje komt is het bedrag vaak te laag naar hun zin en willen ze alleen contant geld accepteren. Ook gebeurt het nogal eens dat de elektronische betaalautomaat toevallig defect blijkt te zijn op het moment dat je vraagt of je kunt pinnen. Ik vertelde al eens dat het ook regelmatig voorkomt dat er simpelweg geen bon wordt aangeslagen. Of dat de vraag wordt gesteld of het bedrag op bonnetje wat lager mag zijn…
De Italiaanse regering heeft sinds begin deze maand (wederom) een plan ingevoerd om dit alles te veranderen. Aan winkelende mensen wordt vanaf december 2020 restitutie gegeven voor aankopen die met pinpas of creditcard zijn betaald, als onderdeel van de voortdurende inspanningen om het gebruik van contant geld bij de Italianen te verminderen.
Sinds de lockdown in maart en april hoopte men dat de Italianen meer open zouden staan voor het overschakelen naar elektronische betalingen. Ten eerste vanwege de hygiëne en ten tweede omdat velen tijdens de lockdown voor het eerst online hadden gewinkeld.
Zelfs Italiaanse winkels en restaurants vroegen de klanten contactloos te betalen, om te voorkomen dat ze geld moesten aanraken dat mogelijk door een besmet persoon was aangeraakt.
December 2020
De regering introduceerde in eerste instantie van 8 tot en met 31 december 2020 een restitutieregeling waarbij mensen boven de achttien jaar, die geregistreerd zijn in Italië en die een bankrekening hebben, zich konden aanmelden via een online systeem.
Als er binnen deze periode tien betalingen werden gedaan met de aangemelde pinpas of creditcard zou er tien procent van het totaalbedrag werd gerestitueerd, tot een maximum bedrag van honderdvijftig euro. Er was geen minimale besteding, dus zelfs voor een espresso van nog geen euro kon je pinnen . Er was ook geen maximum, alhoewel de terugbetaling was gelimiteerd tot vijftien euro per transactie (betalingen van meer dan honderdvijftig euro leveren dus niets extra's op).
De restitutieregeling was geldig bij betalingen in alle winkels en supermarkten. Maar ook bij barretjes en restaurants, ambaschtslieden en professionals - dus ook betalingen bij de kapper, schoonheidsspecialiste, electriciën, privéarts of architect kwamen in aanmerking. Online winkelen telt echter niet!
Vanaf 2021
In het nieuwe jaar zal deze regeling doorgang vinden, hoewel er minder terugbetaling zal zijn. Vanaf 1 januari 2021 zullen er in zes maanden tijd minimaal vijftig pin- en/of creditcardbetalingen gedaan moeten zijn gedaan om de terugbetaling te krijgen. De maximale terugbetaling blijft vijftien euro per transactie en honderdvijftig euro in totaal. Het maximale bedrag dat er in 2021 terugverdiend kan worden is dus driehonderd euro, met minimaal honderd verschillende transacties.
Daarnaast zijn de bankkosten voor de winkelier bij elektronische betalingen vrij hoog. Bij pinbetalingen ligt dit tussen de 0,5 en 0,7 procent en bij creditcardbetalingen ligt dit zelfs tussen de 0,95 en 1,25 procent. Een kleine winkelier op de hoek van de straat vertelde me dat de elektronische betalingen hem zo’n drieduizend per jaar kosten, aan commissies voor de bank.
Ik vind dit goede regelingen, maar ik zie ook dat het contante geld moeilijk verdwijnt in Italië. Er is nog steeds veel (deels) zwart werk. Daarnaast zit het gewoon echt in de cultuur van de Italianen om wat flappen in de broekzak te hebben.
Ik ben benieuwd wat het gaat brengen. Vedremo, wie weet kun je straks ook hier overal je pinpas tevoorschijn toveren...
Dit jaar gaat is alles een beetje anders gegaan dan anders maar ik vond dat mijn traditionele (Italiaanse) kerstgedicht ook dit jaar niet mocht ontbreken! Normaal gesproken maak ik een gedicht voor mijn collega's van Rental in Rome dat ik dan luidkeels voordraag tijdens het kerstdiner. Helaas was er dit jaar geen diner mogelijk door alle restricties, uiteraard vanwege het coronavirus.
Toch wilde ik dit jaar een kerstgedicht maken en dat moest natuurlijk digitaal. Ik heb met veel plezier een kerstgedicht gemaakt voor mijn amici sportivi van de Lo Stadio podcast.
Buon Natale a tutti!
Eén dag nadat het contract van Carlo Musa bij Avellino afgelopen was ging Isaac van Aggelen voor Lo Stadio in gesprek met Carlo Musa.
Carlo is nog maar 30 jaar en heeft al bij verschillende clubs als sportief directeur gewerkt. Ondanks dat hij het niet altijd gemakkelijk heeft op zijn jonge leeftijd is zijn carrière goed op weg. Hij begon op 21-jarige leeftijd bij het kleine Aranova in de Prima Categoria.
Hij studeerde economie op de universiteit van Rome en later sportmanagement op de voetbal universiteit van Coverciano waar hij in de klas zat bij o.a. wereldkampioen Luca Toni.
Bij Lupa Roma in de Serie D werkte hij samen met nog een wereldkampioen, Marco Amelia.
Hij kwam bij Avellino terecht nadat ze werden teruggezet van de Serie B naar de Serie D vanwege een document dat niet werd goedgekeurd door de Italiaanse voetbalbond.
Avellino moest helemaal opnieuw beginnen. In de beginfase waren er niet eens ballen. Toch stelde Carlo een team samen dat kampioen werd in de Serie D en ook de algehele landstitel van de Serie D won.
Nu is hij op zoek naar een nieuwe uitdaging.
In bocca al lupo Carlo!
Ludovico Ricci is op zijn 16e naar Venezia FC gegaan om zijn voetbaldroom na te jagen. Ondertussen speelde hij de Viareggio Cup met Genoa CFC en maakte hij zijn debuut in de Serie C bij Viterbese Castrense. Nu enkele jaren later speelt hij op huurbasis bij SS Lazio.
Hij vertelt over internaten, beloftevolle teamgenoten en tegenstanders en hoe hij in een oefenpotje bij zijn eerste balcontact tegenstander Ciro Immobile in de voeten speelde.
Geboortedatum: 26 sep. 2001
Nationaliteit: Italiaans
Lengte: 1,86 m
Positie: Centrale verdediger
Voet: Links
Clubs: Venezia FC, AS Viterbese Castrense, Genoa CFC, SS Lazio
In een speciaal item ging ik, als host van de Lo Stadio Podcast, in gesprek met Fabrizio Morelli. Hij maakte op zijn 15e zijn debuut in de Serie C en heeft een heel voetballeven achter zich. Nu werkt hij als trainer in de lagere regionen van het Italiaans voetbal.
Voetballen zit in het DNA van de Italianen. In dorpjes kunnen er zomaar kleine voetbalclubs doorstromen naar de profdivisies. De president betaalt én bepaalt. Ook voetballen onder de Serie A, B en C heeft in Italië behoorlijk veel impact. Duizenden mensen op de tribunes, presidenten die geld investeren en spelers die veel en hard trainen. Maar wat is de keerzijde? En hoe zit het met de doorstroming van jeugdspelers?
In een speciaal item ging ik, als host van de Lo Stadio Podcast, in gesprek met Christian Rutjens. Hij is geboren in Spanje, heeft een Nederlandse vader en voetbalt al jaren in Italië. Sterker nog, bij Benevento maakte hij zijn debuut in de Serie A. Zijn droom: ooit nog in Nederland spelen!
"In Italië heerst ook nog veel angst, vertelt Isaac van Aggelen, die samen met zijn Italiaanse vrouw en twee kinderen in Cerveteri woont, even ten noordwesten van Rome". "Ook in Italië zijn er nog veel regels en hoopt iedereen dat de herwonnen vrijheid niet tot excessen leidt". "Isaac zelf heeft vandaag in ieder geval een topdag: hij heeft voor het eerst weer kunnen hardlopen en wordt hopelijk vanavond door zijn schoonmoeder getrakteerd op gamba's".
Niet veel zuidelijker van de Eeuwige Stad vind je Napels. Het is niet te ontkennen dat Napels, net als Rome een stad boordevol geschiedenis, kunst en cultuur is. Toch is het een heel andere stad. En juist om die reden is het de moeite waard om tijdens je vakantie in Rome ook Napels te bezoeken. Wist je namelijk dat je met de trein al in 1 uur en een kwartier in Napels bent? Lees snel verder hoe je een dagje Napels plant vanuit Rome. De Nederlandse locals Joël en Iris vertellen het je graag!
Als je onderweg opgelucht bent dat je de drukte van Rome even achter je hebt gelaten, maak je borst dan maar nat. Het leven speelt zich in Napels op straat af en de Napolitanen zijn een gepassioneerd volk. De straten van Napels worden niet voor niets een groot toneel genoemd. De grootste bezienswaardigheid in Napels is misschien ook wel het toneel en haar toneelspelers. Natuurlijk is het niet te doen om een grote stad in slechts een dag helemaal te zien, dus je zult wat keuzes moeten maken uit de lijst die volgt.
In een Feyenoord shirt vanuit Rome werd er alleen voor de winst gespeeld ✅
#FCAQuiz ⚽️
Vergeet niet te abonneren en te doneren👇🏼
De Nederlander Isaac van Aggelen woont met zijn gezin in het Italiaanse plaatsje Cerveteri, vlakbij Rome. Hij vertelt over zijn leven daar, nu in Italië het hele openbare leven plat ligt.
Een jaar of tien geleden, op het feest van een vriend, at ik voor het eerst een ricottataart. Na de eerste hap was ik meteen verkocht.
Ik kwam erachter dat deze taart was gemaakt door de nonna van deze vriend, nonna Lina. Ik heb haar toen meteen om het recept gevraagd.
Na vele pogingen de afgelopen jaren kan ik zeggen dat ik haar ricottataart kan evenaren. Mijn vrienden in Nederland weten dit ook en als zij op bezoek komen, verwachten ze tegenwoordig dat er, naast een paar flessen limoncello in de vriezer, ook een ricottataart klaar staat in de koelkast.
Nonna Lina heeft ons twee maanden geleden, op 94-jarige leeftijd verlaten, maar haar recept mag zeker niet verloren gaan. Ik deel het dan ook graag met jullie.
De ingrediënten die je nodig hebt voor deze ricottataart zijn:
Voor het deeg:
- 1 ei
- 200 gram suiker
- 400 gram bloem
- 100 gram boter
- 1 zakje gist
- 1 geraspte citroen
Voor de vulling:
- 800 gram ricotta
- 6/7 lepeltjes suiker
- 1 ei
- 1 geraspte citroen
- kaneel
- chocolade
Vroeger op de basisschool kwam tijdens enkele studiekeuzetesten, mijn interesse voor eten al vaak naar boven.
Na mijn korte voetbalcarrière heb ik dan ook jarenlang in restaurants gewerkt om een extraatje bij te verdienen. Maar sinds ik in Italië woon sta ik nooit meer in de keuken. Ik ben deze 13 jaar echter ontzettend goed geworden in proeven. Toen ik nog in Nederland woonde, nam ik genoegen met een diepvriespizza, nu zou ik die niet meer naar binnen kunnen werken.
In deze periode van de lockdown sta ik weer wat regelmatiger in de keuken, aangezien mijn vrouw lerares is en dus wél nog werkt. Het is behoorlijk wennen en het gaat niet meer zo soepel, maar ik heb er wel plezier in. Ik heb al laten zien hoe ik limoncello maak en vandaag ben ik aan de slag gegaan met tiramisù.
Het recept van de tiramisù die ik maak, is traditie in de familie. Het is het recept van nonna, oma. Wij vinden dit de lekkerste tiramisù van de hele wereld, waarschijnlijk ook omdat nonna er helaas niet meer is.
Bij dit recept voor circa 6/8 personen heb je het volgende nodig:
- 500 gram mascarpone
- 1 à 2 pakken Pavesini (Italiaanse lange vingers)
- 4 eieren
- 120 gram suiker ( +/- 4 eetlepels)
- espresso (evt. met likeur)
- cacaopoeder
Papa zegt altijd dat hij vroeger best goed kon voetballen. Maar tegenwoordig komt hij niet verder dan FC Bal op het Dak, in het veteranenelftal.
Vandaag heb ik Elisabeth Steinz van NPO Radio 1 gesproken voor de De Dag-Coronapodcast: "Isaac van Aggelen woont in Italië, hield zich al twee weken in thuisquarantaine met af en toe nog een rondje hardlopen, maar mag zich sinds afgelopen zaterdag alleen nog in een straal van 200 meter om zijn huis bewegen. Hij houdt de moed er in door korte vlogs te maken met tips voor Nederlanders".
Hier kun je de podcast terugluisteren:
We zitten nu 3 weken binnen en komen voorlopig de deur nog niet uit. De dagen zijn wat minder mooi dan vorige week dus helaas is het te frisjes om het dakterras op te gaan.
Toch beginnen we er langzaam aan te wennen dat we deur niet uit mogen, alleen voor noodzaak dus in ons geval alleen om boodschappen te doen. Boodschappen doen proberen we zoveel mogelijk te vermijden, we gaan twee keer per week. Mijn schoonmoeder laat de houtoven overuren maken deze periode, elke ochtend staat er weer een tasje met lekkernijen voor de poort. Vers brood, biscotti, taartjes, pizza....
Ikzelf heb besloten om ook maar een voorraadje limoncello te maken voor komende zomer, als we hopelijk weer een normaal sociaal leven kunnen leiden. Ook omdat ik in mijn achterhoofd heb dat er (nog) verschillende reisjes van vrienden en familie gepland staan deze zomer (speriamo bene) en zij graag de limoncello fatto in casa drinken. Tijdens eerdere verblijven, van vooral vrienden, ging er regelmatig een fles per dag doorheen na een heerlijk diner in de buitenlucht.
Limoncello maken gaat niet in enkele uren, daar gaan weken overheen. Maar ik kan jullie nu alvast laten zien hoe de voorbereiding eruit ziet.
De ingrediënten die je nodig hebt zijn:
- 9 biologische (dus onbespoten) Italiaanse citroenen;
- 1 liter pure alcohol 95°;
- 1,5 liter zoutarm mineraalwater;
- 1 kg suiker.
Hier de video (deel 1) waar ik alles duidelijk uitleg. Over een dag of 40 zal ik jullie het volgende proces uitleggen en laten zien, uiteraard met de video (deel 2).
Wij zijn al bijna ervaringsdeskundigen wat betreft de lockdown.
Vandaar alvast 10 gratis tips en een video voor jullie:
1. Houd je slaapritme ongewijzigd ✅
2. Leef de dagen niet allemaal hetzelfde. Zondag is niet als maandag ✅
3. Zorg goed voor jezelf. Scheer, hars, doe je haar ✅
4. Onderhoud van sociale contacten via telefoon ✅
5. Lichamelijke activiteit ✅
6. Besteed tijd aan nieuwe projecten ✅
7. Geniet ook van even alleen zijn ✅
8. Beperk het luisteren en kijken naar het nieuws ✅
9. Vergeet de humor en ironie niet ✅
10. Eet gezond ✅
“Over 9 maanden heeft het aantal echtscheidingen misschien wel een recordaantal bereikt of er is een babyboom, het kan twee kanten op” .
“Ik ben bang dat het in Nederland ook heel snel de verkeerde kant op gaat.”
Special guest Isaac van Aggelen spreekt onder andere over zijn situatie in Italië op dit moment.
Boodschappen doen, werken, huiswerk maken, dansen, voetballen, kaarten en TV kijken... meer kunnen we er niet van maken. We houden vol!
🌈#iorestoacasa #ikblijfthuis #andràtuttobene #alleskomtgoed 🌈
Altijd leuk met de vrienden van FC Afkicken. Voorheen zagen we elkaar in volle stadions, nu via Skype.
Vanaf 1:24:40.
#iorestoacasa #ikblijfthuis
Het zijn lange dagen, het is stil op straat maar we moeten het samen doen!
Zoals Premier Conte heeft gezegd: "Laten we vandaag op afstand van elkaar blijven, om elkaar morgen sterker te omarmen".
#iorestoacasa #ikblijfthuis
Dag 2 van de #lockdown in Italië. Iedereen bedankt voor alle berichtjes de afgelopen dagen. We worden steeds creatiever en mijn zoon zei dan ook: "Papa zullen we een YouTube-kanaal maken dat is echt cool". Maar het belangrijkste van alles, isolatie werkt! #IoRestoACasa #IkBlijfThuis
Wakker worden Nederland!
Italië is in lockdown. Iedereen moet zoveel mogelijk thuis blijven. We mogen alleen nog maar reizen voor werk, gezondheidsredenen of noodsituaties. En als je naar je werk gaat dien je een certificaat mee te nemen dat je zelf dient te downloaden en in te vullen. Als je dit formulier niet naar waarheid invult ben je strafbaar.
Het economisch centrum van Italië zit helemaal op slot. In een periode dat ik normaal weinig tijd heb om te slapen vanwege mijn drukke werkzaamheden bij RentalinRome.com is het nu ongekend rustig. Boekingen tot en met mei worden reeds geannuleerd. Bij de Trevifontein is het normaal afgeladen vol met toeristen. Als je daar nu kijkt, zie je misschien tien mensen staan.
Daardoor moeten hotels en restaurants hun deuren sluiten, werkgevers kunnen hun werknemers niet meer betalen, families halen het einde van de maand niet meer. Ik heb al van vele vrienden en kennissen moeten horen dat ze ontslagen zijn. Het is een erg onwerkelijke situatie. Het is een economische ramp voor het land en zo rooskleurig was de situatie al niet.
Toch denk ik denk dat Italië zijn best heeft gedaan om het niet uit de hand te laten lopen. In Nederland staan jullie nu waar wij twee weken geleden stonden. En Italië heeft drastische maatregelen genomen vanaf het begin. Scholen, bibliotheken, theaters, sportcentra, musea en universiteiten zijn al gesloten vanaf 23 februari. Delen van het land waar de meeste besmettingen waren, zijn vanaf het begin in quarantaine gezet. Maar in Nederland, in mijn Brabant, gaat het sociale leven gewoon verder. Ik zie op Facebook vrienden en kennissen gewoon naar discotheken, barretjes, voetbalstadions en concerten gaan.
Er wordt ons nu opgedragen zo veel mogelijk binnen te blijven, er is geen sociaal leven meer. Iedereen zit in hetzelfde schuitje. #IoRestoACasa oftewel #IkBlijfThuis is de hashtag van het moment. Lang leve Whatsapp en de social media zodat we in ieder geval met mensen in onze omgeving kunnen communiceren. De kinderen zijn al begonnen met huiswerk via een platform van de school via internet. En verder kijken we zo weinig mogelijk televisie, we spelen verschillende bordspellen en we kaarten.
Het is hier al verschillende malen op het nieuws geweest dat mensen gaan hamsteren omdat ze bang zijn dat er straks niks meer in de schappen ligt. Maar de regering heeft al meerdere malen aangegeven dat de supermarkten altijd bevoorraad zullen zijn.
In eerste instantie was ik ook iemand die zei dat er jaarlijks duizenden mensen aan de griep sterven. Maar als je de doktoren en verpleegsters hier hoort dan ga je echt wel anders denken. Ziekenhuizen in het noorden van Italië zijn overvol, en het allergrootste probleem is dat er geen plek meer is op de intensive cares. Gepensioneerde artsen en verplegers worden opgeroepen, net als mensen die hun opleiding nog niet eens hebben afgerond. Iedereen in de ziekenzorg werkt dubbele uren, met alle stress en risico’s die het met zich meebrengt. Er wordt hier zelfs gepraat over een leeftijdsgrens voor ziekenhuisopname. Mensen met een grotere overlevingskans worden geholpen.
Dit is de situatie waar Noord-Italië nu in zit en vandaar alle drastische maatregelen. Het virus zal waarschijnlijk voor de meeste mensen weinig tot geen problemen opleveren, maar aangezien het zo besmettelijk is, zijn er veel mensen die wél problemen krijgen. Dit zijn vooral oudere mensen en mensen die al iets anders onder de leden hebben.
Dus Nederland... wordt wakker. Kijk naar hoe Italië met de situatie omgaat en blijf zoveel mogelijk thuis. Denk niet dat jij degene bent die het niet krijgt. Want als je wel wordt besmet geef je het ook weer over op andere mensen. Denk aan anderen!
En als alles achter de rug is dan zien we je weer graag in Italië! En als je naar Rome komt help ik je uiteraard graag!
Zoals jullie ondertussen weten ben ik in het voetbal werkzaam als tolk bij wedstrijden van de Europa League en Champions League maar ben ik ook gewoon een groot voetballiefhebber.
En wat is er mooier dan als voetballiefhebber uitgenodigd te worden in een studio om lekker over voetbal te praten?
Ik had afgelopen vrijdag de eer om in de studio van FC Afkicken plaats te nemen bij de podcast van Lo Stadio. Daar heb ik gesproken over de reden van mijn vertrek naar Italië, mijn leventje en werkzaamheden daar, de Italiaanse taal en cultuur en uiteraard over het Italiaans voetbal.
Het lijkt daar in de studio net een Italiaanse bar op maandagochtend... alle belangrijke wedstrijden, doelpunten, hoogstandjes, scheidsrechterlijke dwalingen en VAR-momenten worden besproken en er wordt alvast vooruit geblikt op de komende wedstrijden.
Ik volg de Lo Stadio podcast zelf al vanaf het begin. Ik vind het heel erg leuk om naar Nederlandse kenners van het Italiaanse voetbal zoals Willem Haak, Wesley Victor Mak en Sander Jonkman te luisteren. Daarnaast zijn er altijd mooie gastcolumns van voetbalromanticus Juriaan van Wessem.
In Lo Stadio nemen ze je elke week mee naar il bel paese, het land van de mediano, de trequartista, 'il bomber' en de hartstochtelijk zingende tifosi, maar ook de thuishaven van omkoopschandalen, financiële wantoestanden, faillissementen en wekelijkse trainersontslagen.
In de aflevering waar ik aanwezig mocht zijn ging het uiteraard vooral over de Italiaanse taal en cultuur en de bijna noodzaak om de Italiaanse taal zo snel mogelijk machtig te worden.
Ik krijg steeds vaker de vraag van mensen om informatie te geven voor een paar dagen Rome. Zoals de Romeinen zeggen, je hebt een heel leven nodig om Rome te zien en te leren kennen. Maar in een paar dagen zijn er verschillende highlights die je zeker moet zien.
Dit zijn naar mijn mening de Vaticaanse Musea, de Sixtijnse Kapel, de Sint-Pietersbasiliek, het Colosseum, het Forum Romanum en Palatijn.
Sla de lange wachtrijen over en ga eenvoudig naar binnen bij Rome's meest bijzondere bezienswaardigheden en hou tijd over om bijvoorbeeld ook nog lekker te eten in de Eeuwige stad.
Als je snel bent, kun je de Vaticaanse Musea en de Sixtijnse Kapel in alle rust bewonderen. En dan heb je daarna genoeg tijd om het Colosseum, het Forum Romanum en de Palatijn te bezoeken.
Ben je ook op zoek naar een appartement in Rome dan kun je een kijkje nemen op de website van Rental in Rome!
Daar zit je dan opeens als tolk naast een wereldster als Luís Carlos Almeida da Cunha, beter bekend als Nani.
Deze week speelde SS Lazio tegen Vitesse uit Arnhem in de Europa League en heb ik gewerkt als tolk bij de persconferenties.
Na enkele bekende namen als Antonio Conte, Guus Hiddink, Maurizio Sarri, Michel Preud'homme, Stefan de Vrij en Steven Berghuis had ik nu de eer plaats te nemen naast Nani. Nani spreekt nog geen Italiaans dus hij wilde liever de persconferentie in het Engels doen. De journalisten in de perszaal begrepen niet goed Engels dus was het mijn taak te vertalen wat Nani zei.
Het was weer een mooie ervaring en ik ben weer wat plaatjes voor het plakboek rijker.
Rondom de wedstrijden van de Europa League en de Champions League is het door de UEFA verplicht gesteld om tolken te hebben gedurende de persconferenties en de wedstrijd.
Voor mij betekent dit dus dat ik één dag voor de wedstrijd reeds aanwezig moet zijn aangezien de persconferentie van de thuisspelende ploeg meestal rond 14:00 uur plaatsvindt. Deze persconferentie vindt meestal plaats bij het trainingscomplex van de club aangezien de persconferentie direct na de training is. Er zijn dan een speler en de trainer van de club die spreken. De persconferentie van de trainer en één speler van de uitspelende ploeg is altijd in het stadion aangezien het door de UEFA verplicht is gesteld dat de uitspelende ploeg in het stadion mag trainen. Na de tweede persconferentie is er dan altijd nog een officieel diner met de delegaties van beide clubs.
Op de dag van de wedstrijd begint het al erg vroeg dan staat er namelijk altijd een vergadering met de UEFA op het programma. Hier zijn verschillende partijen bij aanwezig zoals een delegatie van zowel de thuis- als uitspelende ploeg, een delegatie van de UEFA, de scheidsrechters, de commissaris van de politie en andere hulpdiensten zoals ambulancepersoneel en brandweer. Hier worden vele zaken besproken zoals de tenues, de aankomstroutes van beide clubs en supportersbussen per bus, de hoeveelheid van aanwezige politie en stewards etc. Deze vergadering is altijd in het Engels en aangezien het niveau van Engels bij de meeste Italianen niet optimaal is draag ik ook daar mijn steentje bij met vertalingen.
Als deze vergadering is afgelopen heb ik een pauze tot aan 2,5 uur voor aanvang van de wedstrijd. In Napels was er voor mij echter geen pauze. In de tijd dat ik even wilde bijkomen ben ik verschillende malen geinterviewd voor de radio en televisie. En dit wil ik uiteraard met jullie delen.
Tijdens de wedstrijd dien ik als stadionspeaker verschillende berichten door te geven in het Engels en Nederlands aan de mensen in het stadion zoals de veiligheidsberichten, de welkomstberichten en de opstellingen. Dit heeft allemaal een erg precieze timing en gaat tot op de seconde precies. Gedurende de wedstrijd geef ik de wissels en doelpuntenmakers door evenals het aantal minuten blessuretijd. Na de wedstrijd ga ik dan weer naar de perszaal waar beide trainers een persconferentie geven.
Dat is zo’n beetje wat ik in die dagen doe.
Ik woon in het centrum van Cerveteri waar elk jaar de Sagra dell'uva plaatsvindt. Ik zie dan ook al 10 jaar hoe dit evenement onder mijn balkon langsgaat.
Afgelopen zondag was een speciale dag. Het was de 7e verjaardag van mijn zoon Daniel maar daarnaast heb ik ook eindelijk mijn debuut gemaakt in de optocht van de Sagra dell'uva. En hoe kon ik beter mijn debuut maken na al die jaren dan als echte Romein...
De Sagra dell'Uva is een traditie met zoete druiven en fijne wijnen die is gestart in 1961 door leden van de jeugdclub Ente Maremma.
Sinds het eerste evenement presenteert het festival zich als een belangrijke manier om de toeristische en culturele rijkdommen van Cerveteri te ontwikkelen. Dus jaar na jaar is en blijft het een belangrijke gebeurtenis die mensen trekt uit heel Italië. Daarnaast is het een effectieve manier om reclame te maken voor lokale producten. Vooral de wijnen uit het oude Caere zijn beroemd in heel Europa.
Het evenement is van vrijdag tot en met zondag. Waar vrijdag en zaterdag vooral in het teken staan van het proeven van de lokale delicatessen en wijnen, heeft de zondag vele extra's. Op zondag begint het met een heilige mis, niet in de kerk maar op het dorpsplein.
Het is weer een tijdje geleden dat ik een blog heb geschreven maar vandaag had ik onverwacht ontzettend veel tijd. Je leest zo waarom...
Het is vandaag 16 augustus. Augustus is altijd een aparte maand in Rome, zoals ik reeds schreef in "Chiuso per ferie – Rome in augustus".
Ondanks de hitte is het prima vertoeven in Rome deze maand, veel Romeinen zijn op vakantie en het toerisme kent laagseizoen. Het is ineens mogelijk om een parkeerplaats te vinden in hartje Rome, zelfs zo ongeveer waar je moet zijn en niet een kilometer verderop.
Er zijn dus voordelen als je in Rome bent in augustus. Alhoewel ik me elk jaar weer verbaas over het feit dat er weinig tot niets productiefs wordt gedaan. Er wordt genoten van het leven en het mooie weer, ondanks de crisis. Een gast in een van de appartementen die ik verhuur belde me met de vraag of ik een restaurant kon reserveren dat hij had gevonden via Tripadvisor. Ik belde het restaurant op en de automatische voicemail vertelde mij dat het restaurant was gesloten van 1 augustus tot 4 september. Dat is dus meer dan een hele maand zonder inkomsten...
Maar ook in andere sectoren wordt volop vakantie gevierd. Terwijl ik dit schrijf zit ik met Marina in het ziekenhuis. We denken namelijk dat Marina's vinger gebroken is. Alle private instellingen zijn deze dagen (de week van Ferragosto) gesloten en de huisarts zei dat het beter was om toch maar even een foto te laten maken. We zijn om 10:00 uur aangekomen bij de "Pronto Soccorso", de eerste hulp.
Na 45 minuten vraagt een verpleegster aan Marina wat er aan de hand is en haar vinger wordt even snel bekeken. Ze mag weer in de wachtkamer, die steeds voller wordt, gaan zitten en krijgt "codice verde" om 10:55 uur.
De groene code betekent dat dit geval niet ernstig is. Verder is er een gele code, voor ernstigere gevallen en de rode voor hele urgente gevallen.
Hoe urgenter het geval, hoe eerder je geholpen wordt. Een gele code wordt dus eerder geholpen dan een groene code.
Op het scherm kunnen we zien welke codes aan het wachten zijn en welke geholpen worden. Er is 1 rode code die sinds we binnengekomen zijn geholpen wordt en daarnaast 8 gele codes en 3 groene codes. Marina heeft 8 groene codes voor zich.
Ondertussen zijn we 2 uur verder en er zit nog niet bepaald schot in de zaak. Ik ga natuurlijk de deur niet uit zonder laptop dus bedacht ik me dat ik zou beschrijven hoe deze dag verloopt. Er zijn ondertussen vele mensen in de wachtkamer, 1 gele code en 10 groene codes zijn aan het wachten.
12:30 uur, geen beweging. Er is niemand uit de wachtkamer naar binnen gegaan. Aangezien het bijna lunchtijd is ga ik maar even verderop naar een bar wat te eten voor ons halen.
13:00 uur, nog 3 groene codes erbij en een gele code. Wij eten rustig onze "pasta fredda" op. Dit zal nog wel een tijdje duren....
Sommige mensen die nog eerder dan wij aangekomen zijn beginnen om uitleg te vragen waarom ze zo lang moeten wachten. "We hebben weinig personeel" is het antwoord. Sommigen gaan weg... wie weet is Marina dan eerder aan de beurt.
Ondertussen komen er ook nog enkele ambulances aan, geen groene codes uiteraard, allemaal gele codes.
Het is 15:00 uur, ik kan er niet meer tegen en besluit om naar huis te gaan.
Om 17:30 uur kom ik terug in het ziekenhuis, Marina heeft nog 1 groene code voor zich schreef ze me op WhatsApp.
Op het moment dat ik de wachtkamer binnenkom is er een hoop lawaai. Mensen klagen steen en been dat ze zo lang moeten wachten en het gerucht gaat dat er bepaalde mensen (lees: familie, kennissen, vrienden) een gele code krijgen voor gevallen die eigenlijk een groene code zouden moeten krijgen. Dit wordt door het personeel hardnekkig ontkend als er ook gedreigd wordt met het bellen van de carabinieri.
Ik geniet met volle teugen van dit spektakel en wij wachten verder rustig af... Om 19:00 uur mag Marina naar binnen, ik mag niet mee. Na 5 minuten komt ze weer terug. De arts heeft aangegeven dat er een foto gemaakt dient te worden. JOH! VERRASSEND! Dat wisten we 10 uur geleden ook al!
Nu mag ze weer verder wachten in de wachtkamer, gezellig samen met mij.
Om 20:40 uur mag ze weer naar binnen voor de foto. Ik wacht verder alleen af en hoor alle klagende mensen aan.
Het is 21:30 uur komt Marina de deur uit. De uitslag is binnen, haar vinger is niet gebroken. Alleen een behoorlijk kneuzing. Gelukkig maar, anders moesten we morgen ook nog terugkomen om gips te laten zetten want de orthopeed was zo laat op de avond niet meer aanwezig .
Terwijl we terugrijden vertelt Marina dat er maar 1 dokter was die de patiënten hielp en het was helemaal vol met patiënten
Als klap op de vuurpijl was er ook nog een meisje die langs de kamer van Marina liep en haar "zio" aan de telefoon had.
Deze oom was een arts en hij had haar via de hoofdingang naar binnen laten komen, zonder wachtrij, zonder code... Dus toch! Favoritismi noemen ze dat hier.
Ik had al vele verhalen gehoord over de eerste hulp in augustus, gelukkig was dit de eerste keer voor ons. De vorige keren met de kinderen gingen alles vlot en soepel in andere tijden van het jaar. In augustus kun je je hier blijkbaar beter niet bezeren of ziek, zwak en misselijk zijn.
Het is nu 22:30, welterusten!!!!
Het was een enorme eer om Koning Willem-Alexander en Koningin Máxima te ontmoeten op de ambassade in Rome tijdens hun staatsbezoek.
Ik had vorige week het genoegen om bij de opening te zijn van de Rome Free Lounge. Een erg interessant idee in het centrum van Rome.
De opening is veel in de belangstelling geweest in Rome, hier een korte video-impressie:
Na enkele dagen in Sassuolo en Reggio Emilia te zijn geweest, als tolk rondom de wedstrijd U.S. Sassuolo tegen K.R.C. Genk, ben ik weer thuis. En veel mensen vragen me dan… “Wat doe jij daar?” En dan is het handig om een blog te schrijven om dat allemaal duidelijk te maken. Rondom de wedstrijden van de Europa League en de Champions League is het door de UEFA verplicht gesteld om tolken te hebben gedurende de persconferenties en de wedstrijd.
Voor mij betekent dit dus dat ik één dag voor de wedstrijd reeds aanwezig moet zijn aangezien de persconferentie van de thuisspelende ploeg meestal rond 14:00 uur plaatsvindt. Deze persconferentie vindt meestal plaats bij het trainingscomplex van de club aangezien de persconferentie direct na de training is. Er zijn dan een speler en de trainer van de club die spreken. De persconferentie van de trainer en één speler van de uitspelende ploeg is altijd in het stadion aangezien het door de UEFA verplicht is gesteld dat de uitspelende ploeg in het stadion mag trainen.
Na de tweede persconferentie is er dan altijd nog een officieel diner met de delegaties van beide clubs. Ook daar is de tolk nodig want niet iedereen spreekt Engels dus is de voertaal Italiaans en Nederlands. Daarnaast worden er dan presentjes overhandigd door beide delegaties.
Op de dag van de wedstrijd begint het al erg vroeg dan staat er namelijk altijd een vergadering met de UEFA op het programma. Hier zijn verschillende partijen bij aanwezig zoals een delegatie van zowel de thuis- als uitspelende ploeg, een delegatie van de UEFA, de scheidsrechters, de commissaris van de politie en andere hulpdiensten zoals ambulancepersoneel en brandweer. Hier worden vele zaken besproken zoals de tenues, de aankomstroutes van beide clubs en supportersbussen per bus, de hoeveelheid van aanwezige politie en stewards etc.
Deze vergadering is altijd in het Engels en aangezien het niveau van Engels bij de meeste Italianen niet optimaal is draag ik ook daar mijn steentje bij met vertalingen.
Piero Angela (geboren in Turijn op 22 december 1928) is een begrip in Italië. Hij is een wetenschapper, schrijver, journalist en voor het grote publiek vooral bekend als TV-presentator van o.a. het programma Superquark.
Als Piero Angela meewerkt aan bepaalde zaken kun je er vanuit gaan dat het erg interessant is, dat bleek vorige week ook bij mijn bezoek aan het Forum van Augustus dus deze week ben ik naar het Forum van Julius Caesar geweest.
Het verhaal van Piero Angela, dat wordt begeleid door reconstructies en films, begint bij de geschiedenis van de opgravingen die zijn gedaan om de bouw van de Via dei Fori Imperiali mogelijk te maken. Een leger van 1.500 arbeiders, metselaars en fabrieksarbeiders werd gemobiliseerd voor een ongekende operatie: een hele buurt opgraven om het niveau van het oude Rome te bereiken.
Zoals ik vorige week schreef over het Forum van Augustus is ook hier op een fantastisch creatieve wijze leven gebracht in de resten van het Forum.
Het begint met de resten van de majestueuze tempel van Venus, gebouwd door Julius Caesar na zijn overwinning op Pompeius om het leven van de tijd in Rome te herbeleven toen de ambtenaren, plebejers*, militairen, consuls en senatoren onder de bogen van het forum slenterden. Tussen de overgebleven kolommen verschijnen taberna’s uit die tijd, oftewel, kantoren en winkels van het forum en, onder deze, een nummulario winkel, een soort van wisselkantoor in deze tijd. Op dat moment was er ook een groot openbaar toilet waarvan ook resten zijn gevonden.
Een bezoek is bedoeld om de rol van het Forum in het leven van de Romeinen en Julius Caesar te herdenken. Om dit grote werk te voltooien, moest er een hele wijk gesloopt waar de totale kosten 100 miljoen gouden munten van was, equivalent aan ten minste 300 miljoen euro. Hij wilde ook dat vlak naast zijn hof het nieuwe hoofdkwartier van de Romeinse Senaat, de Curia werd gebouwd. Een gebouw dat nog steeds bestaat en dat, door middel van de virtuele reconstructie, tot leven komt zoals het destijds was.
In die jaren, toen de macht van Rome sterk groeide was de Senaat sterk verzwakt en deze situatie van interne crisis stelde Caesar in staat om uitzonderlijke en eeuwigdurende bevoegdheden te verkrijgen.
Met dank aan het verhaal van Piero Angela kun je meer over deze intelligente en ambitieuze man leren, verafgood door velen en gehaat en gevreesd door anderen.
Hier ook een korte video-impressie:
In plaats van het Nederlands elftal te zien ploeteren ben ik gisterenavond naar het Forum van Augustus geweest op via Alessandrina aan de kant van Largo Corrado Ricci. Toen ik thuis kwam en zag dat het Nederlands elftal wederom verloren had was ik blij dat ik daarentegen een fantastische avond had gehad bij het Forum. Er is daar op een fantastisch creatieve wijze leven gebracht in de resten van het Forum.
Naast de reconstructies van het gebied, met speciale effecten van alle soorten, richt het verhaal zich (via koptelefoons) op Augustus, wiens gigantische standbeeld van meer dan 12 meter hoog, het gebied naast de tempel overheerste.
Met Augustus brak er een nieuwe periode in de geschiedenis aan: in deze keizertijd groeide het rijk enorm. Vanuit Rome werd er geheerst over een gebied zo groot als vanaf het huidige Engeland tot de grens van het 'moderne Irak, met inbegrip van het grootste deel van Europa, het Midden-Oosten en de rest van Noord-Afrika.
Deze resultaten hebben geleid tot de uitbreiding van niet alleen een rijk, maar ook van een grote beschaving bestaande uit cultuur, technologie, wettelijke regels, en kunst. In alle gebieden van het Rijk zijn vandaag de dag nog steeds sporen van dat verleden te vinden, met amfitheaters, baden, bibliotheken, tempels en wegen.
Na Keizer Augustus hebben vele andere keizers hun sporen nagelaten door het bouwen van hun eigen Forum. Rome had in die tijd meer dan één miljoen inwoners: geen één stad in de wereld had ooit zoveel inwoners gehad; alleen Londen heeft in de 19e eeuw deze grootte bereikt, in 1821.
Het was dé grote metropool van de oudheid: de hoofdstad van de economie, het recht, de macht en het plezier.
Toen het spektakel ten einde kwam, was er een grootse stilte. Het maakt enorm indruk om al deze resten tot leven te zien komen. Ik sprak met een Romein die nog natte ogen had. Hij zei me:”Ik loop hier al 40 jaar bijna elke dag voorbij dus het was erg emotioneel om te zien hoe al deze resten ontstaan zijn”.
Dit spektakel duurt 40 minuten en is in verschillende talen waaronder uiteraard Italiaans en Engels, maar helaas niet in het Nederlands. Het is nog geopend tot 8 november 2020.
Tickets kunnen hier heel eenvoudig online besteld worden.
Hier ook een korte video-impressie:
Ik ben weer terug in Rome na een geslaagd Italië Evenement bij Kasteel de Haar in Haarzuilens.
Na een afwezigheid van enkele jaren had ik weer tijd om aanwezig te zijn met een stand, ondanks dat het evenement altijd midden in het hoogseizoen van Rome valt.
Het is elke keer weer een gezellig evenement waar veel mensen komen die van Italië houden en die graag naar Rome op vakantie willen. Vele mensen die ik in voorgaande edities heb leren kennen zijn ondertussen Rental in Rome-gangers geworden en komen even gedag zeggen bij de stand. Aangezien ik de meeste mensen die in een appartement verblijven in Rome bijna nooit persoonlijk ontmoet, is dat heel leuk.
Zoals ik al schreef in mijn vorige blog: 'In mijn wereld waar bijna alles via internet gaat vind ik het elk jaar weer hartstikke leuk om mensen die ik alleen van naam en stem ken persoonlijk te ontmoeten.' Waar ik echter niet bij stil had gestaan, is dat vele van die mensen mij van gezicht kennen door mijn foto's op Ciao tutti, de social media en natuurlijk hier. Zij spreken mij dus aan bij mijn naam terwijl ik niet weet wie zij zijn. Dat was totaal nieuw voor me. Ik word nog beroemd ;-)
Ik denk dat ik er snel aan moet gaan wennen ook omdat er binnenkort een nieuwtje aankomt waardoor ik ook herkend zal gaan worden. Ik mag er (helaas) nu nog niets over verklappen, maar ik houd jullie op de hoogte.
Mijn persoonlijk hoogtepunt vond ik alle positieve reacties over Olandese Volante met de mededeling... ga er vooral meer door! Dit motiveert mij extra om jullie zo vaak mogelijk inzichten te geven over mijn leven en natuurlijk over Rome!
A presto!
Drie jaar geleden schreef ik mijn eerste blog voor Ciao tutti. Ik vertelde: ‘Ik volg veel wat er (online) met betrekking tot Italië en Rome geschreven wordt. En zo leerde ik ook Ciao tutti en Saskia kennen. Ik besloot Saskia een jaar of drie geleden eens te schrijven om iets af te spreken aangezien ik geniet van haar verhalen. Tijdens een gezellige aperitivo op het Campo de’ Fiori was er meteen een klik. Zij was vooral geïnteresseerd in mijn leven in Rome en ik vertelde haar maar wat graag over mijn belevenissen.’
Nu is het voor mij tijd voor een spannende nieuwe stap, een nieuwe uitdaging. Na al die jaren van heel fijn samenwerken en van heel veel etentjes met Saskia – in meerdere delen van Italië, maar ook in Nederland – is die klik van toen een hechte vriendschap geworden. In de afgelopen jaren heb ik vele ervaringen opgedaan met schrijven en begon ik het steeds leuker te vinden. Daarom heb ik besloten om naast mijn blogs op Ciao tutti ook op eigen benen te gaan staan.
Door mijn werkzaamheden voor onder meer Rental in Rome heb ik dagelijks te maken met toeristen die op zoek zijn naar praktische informatie omtrent hun verblijf in de Eeuwige Stad. Ik geef al bijna tien jaar via e-mail en telefoon antwoord op al die vragen die mensen hebben als ze Rome bezoeken.
Al langer had ik het idee om de informatie die ik de mensen geef te bundelen en zo duidelijk mogelijk weer te geven op een website. Nu is het dan eindelijk zover, mijn eigen website is online: WWW.OLANDESEVOLANTE.NL.
Olandese Volante is de bijnaam die mijn Italiaanse vrienden mij hebben gegeven aangezien ik - zeker voor Italiaanse begrippen - veel aanpak. Het is een mooi Italiaans eerbetoon aan mijn Nederlandse werklust en Brabantse mentaliteit. Want hoewel ik me al lange tijd een echte Romein voel, ben en blijf ik ook een Brabander.
Olandese Volante richt zich specifiek op Rome en omgeving. De site is vooral erg handig voor mensen die Rome nog niet zo goed kennen, maar er wel enkele dagen van een welverdiende vakantie gaan genieten en praktische informatie zoeken.
De echte Rome-experts en mensen die elk jaar meerdere malen naar Rome komen (zoals vele van mijn klanten) stuur ik uiteraard door naar Ciao tutti, aangezien Saskia veel dieper op de stad en al haar schoonheid ingaat.
Komend weekend zal ik bij het Italië Evenement bij Kasteel De Haar in Haarzuilens aanwezig zijn met een stand om Rental in Rome én Olandese Volante te promoten. Saskia kan helaas niet aanwezig zijn dus ik zal ook Ciao tutti vertegenwoordigen. Je kunt me vinden in stand 128b.
In mijn wereld waar bijna alles via internet gaat vind ik het elk jaar weer hartstikke leuk om mensen die ik alleen van naam en stem ken persoonlijk te ontmoeten. Dus kom gerust langs, de koffiestand staat heel dichtbij, dus dan doen we op z’n Italiaans un caffè.
Tot dan!
De charme van Rome kan niet ontdekt worden met alleen met een bezoek aan het Colosseum of de Vaticaanse Musea, of een wandeling door de straten van de binnenstad of het park Villa Borghese.
De schoonheid van de Eeuwige Stad ligt ook in de meer "folkloristische" plaatsen, zoals de markt, vaak beter bekend als mercatino.
Laten we beginnen met de markt bij Via Sannio, dicht bij San Giovanni. Hier vind je kleding van elke soort, nieuw of tweedehands, jagers- en visserspakken, militaire kleding en mode van eerdere jaren. De prijzen zijn erg laag en de sfeer is erg gezellig: als je eenmaal binnen bent is het echt moeilijk om eruit te komen met lege handen (ook omdat je de uitgang niet gemakkelijk zult vinden). Plotseling merk je dat je met drie of vier boodschappentassen vol met shirts , jeans, zwemkleding , zonder zelfs maar te weten hoe en wanneer je ze gekocht hebt.
De Mercatino Vintage del Circolo degli artisti in Via Casilina Vecchia 42 heeft handgemaakte artikelen en antiek waar opkomende ontwerpers ook komen. Voor de liefhebbers van de culinaire kunst, de open-air-markt van Campo de 'Fiori , in de buurt van Piazza Navona, is een must. De sfeer is uniek , de eigenaren van de kramen zijn reeds 50 jaar hetzelfde en ze zijn direct herkenbaar aangezien ze meestal bezig zijn met het snijden en hakken van groenten en fruit. Naast vers fruit kun je kruiden, ei, pasta, porchetta (typische lokaal geroosterd varkensvlees) en allerlei andere soorten producten vinden. Alles is verpakt om als een souvenir mee naar huis te nemen.
Last but not least, de beroemde Porta Portese markt , waar je alles kunt vinden... van voedsel tot kleding , van antiek tot cd's en muziekinstrumenten. Gedurende de week is het een bekende fiets-, motorfiets- en auto-onderdelenoutlet en boven de Via di Porta Portese is er een kleine straat, vol met kleine stands (enkelen zonder stroom) en de sfeer is zeer relaxed en plezierig. Op zondagochtend verandert echter alles, de rustige straat wordt een chaotische rommelmarkt, vol met verzamelaars, verkopers en mensen uit alle lagen van de samenleving.
Waarom Rome de Eeuwige Stad heet? Voor sommigen is deze uitdrukking vanwege de talrijke kunstwerken, de aanhoudende culturele meesterwerken die er in de Italiaanse hoofdstad zijn verzameld. Voor anderen is het "het attribuut van eeuwigheid".
Dat Rome kan worden beschouwd als de bakermat van de beschaving van Europa, die reeds meer dan tweeduizend jaar zijn impact heeft op het Oude Continent. Voor mij is de eeuwigheid van Rome de eenvoudige consequentie van zijn mysterie, die zich nooit helemaal openbaart. Die haar schatten alleen prijsgeeft als het moment daar is. Dat laat me de kans om haar schoonheid slechts in kleine dosis te ontdekken, zodat ik altijd hongerig blijf naar alles wat ik nog moet ontdekken.
Eén van de geheimen die voor mij nu zijn geïdentificeerd is het zogenaamde "sleutelgat". Het is een romantische plek gelegen op de top van de Aventijn, naast "il Giardino Delle Arance" (de sinaasappeltuin), in het hart van een rustige woonwijk. Het gat bevindt zich in de hoofdingang van het paleis van de Ridders van Malta en als u erdoorheen kijkt zult u de koepel van de Sint Pieter zien die precies op maakt lijkt gemaakt van het sleutelgat. Het uitzicht prikkelt alle zintuigen, vooral met de intensiteit van de kleuren van de zonsondergang. Hoewel deze plek zijn mystiek enigszins verloren heeft door de rij van mensen, die bijna knielend het symbool van het christendom in de verte aanschouwen, is het altijd een 'must' voor iedereen die wil ontsnappen aan de banale excursies.
‘Als Saskia van blog Ciaotutti in Rome is, probeer ik altijd even tijd vrij te maken om haar te zien. Als ze echter in Rome is en ook nog eens jarig is, dan dient er gewoon een dagje vrij genomen te worden.
Ik ben echter niet de enige die zo redeneert, want enkele van haar vriendinnen deden hetzelfde. En dat betekent dat je dan op een vrijdagmiddag uit eten gaat met allemaal bloggers in plaats van dat je gaat werken.
Ik kan jullie verzekeren dat uit eten gaan met bloggers die de stad qua restaurants vaak beter kennen dan ik, een echte aanrader is. Dankzij Elyssa van Romewise kwam ik zo bij Trattoria Monti terecht – deels om de verjaardag van Saskia te vieren, maar ook deels om te proeven van de uitgebreide menukaart van deze trattoria in Monti.
De trattoria wordt gerund door de broers Camarucci, die van origine uit Le Marche komen. Zij zorgden ervoor dat er fantastisch eten voor ons klaargemaakt in dit enorm knusse restaurant. En hoewel ik laatste tijd goed op de lijn let, aangezien de zomer er weer aankomt, is dat op zo’n dag onmogelijk.
We begonnen als antipasti met een schaal vol gefrituurd lekkers, met onder meer de traditionele olive all’ascolana. Maar volgens de broers moesten we ook echt de tortini proberen. Deze kleine taartjes zien er niet alleen prachtig uit, ze smaken ook uitstekend. Wij genoten van een tortino van rode ui uit Tropea met een boterzachte saus met gorgonzola en van een tortino van aardappel in verza, savooiekool.
Als primo kozen zowel Saskia als ik voor de tortello al rosso d’uovo, een enorm grote tortello gevuld met spinazie, ricotta en een hele eidooier, met geschaafde truffel. Terwijl Saskia, Elyssa, Gillian en Holly hun pasta’s op de foto zetten, nam ik de eerste hap. Het zag er te lekker uit om eerst foto’s te maken.
Het zal jullie niets verbazen dat er niks, maar dan ook niks, op mijn bordjes achterbleef. Het enige wat steeds overbleef, was een beetje saus of olijfolie maar dan pakte ik een stukje brood en schraapte daarmee mijn bord schoon.
Ik zei tegen Saskia: ‘Faccio la scarpetta.’ Fare la scarpetta betekent letterlijk ‘de kleine schoen maken’, wat natuurlijk doelt op het stukje brood waarmee je je bord schoonmaakt. In het Nederlands zou men zeggen ‘je bord schoonlikken’ – maar hier doen we dat dus met een stukje brood.
Dit is erg populair in Italië. Het is niet iets wat je doet als je met Silvio Berlusconi in een chique restaurant gaat eten. Maar met bloggers om je heen in zo’n heerlijk restaurant mag dat. Sterker nog, dan moet het – net als van alles foto’s maken om met jullie te delen!’
Ik hield vorige week in Rome een speech over travel blogging in het algemeen en over de samenwerking tussen bloggers en Rental in Rome, het bedrijf waarvoor ik werk.
‘Ik heb me afgelopen donderdag een échte blogger gevoeld! Ik was aanwezig bij de TTG Digital Warm Up, een opwarmertje voor de beurs TTG in Rimini in oktober. Het was een mooi georganiseerd evenement in Hotel Church Palace in Rome.
De mensen van de organisatie hadden mij gevraagd om een presentatie te geven over mijn werkzaamheden voor Rental in Rome en de blogs die ik schrijf voor Ciao tutti – en vooral over de combinatie van die twee. De gehele organisatie kende la signora Balmaekers en ook Rental in Rome. Rental in Rome is al jaren aanwezig op de TTG in Rimini en dit keer zelfs sponsor van het evenement. Voor veel bloggers hadden we een appartement ter beschikking gesteld om op die manier de unieke Rome-ervaring te beleven. Saskia is dankzij de vele blogtours in gezelschap van Italiaanse bloggers famosa bij de organisatie. Ze kon er zelf niet bij zijn, maar ik nam natuurlijk maar wat graag de honneurs waar.
Na alle nieuwsberichten en foto’s vanuit Rome, naar aanleiding van de schade die daar is aangericht door een aantal Feyenoord-hooligans, vertel ik hoe het vandaag voelt om als Nederlander in Rome te werken:
‘Ik heb in mijn blogs nooit onder stoelen of banken geschoven dat ik een Feyenoord-supporter ben. Ik was 15 december 2014 aan het werk, maar via internet volgde ik live de loting van de Europa League. Ik was zo blij als een kind toen de loting AS Roma-Feyenoord uit de koker rolde. Eindelijk kwam mijn club naar mijn stad, ja MIJN STAD! Ik ben trots op de stad waar ik woon en werk.
Ik heb vele Italiaanse vrienden die van voetballen houden, Laziali en Romanisti. Als het over voetballen gaat, kunnen ze elkaar niet luchten of zien. Echte rivalen. Ik hou me er altijd buiten, dat weten ze. Mijn hart klopt maar voor één club. Naar mijn mening kun je maar tifoso zijn van één club en mijn club is Feyenoord. In de acht jaar dat ik hier woon heb ik maar één wedstrijd niet gezien, een wedstrijd die gespeeld werd terwijl ik in het vliegtuig naar Nederland zat.
Als mijn zoon vraagt of ik een liedje voor hem zing, dan zing ik altijd ‘Hand in hand kameraden’. Zijn Nederlands is niet fantastisch maar het lied van Feyenoord kent hij prima:
Hij geeft (nog) totaal niets om voetbal maar zijn Feyenoord-shirt doet hij maar wat graag aan, vooral omdat Opel de sponsor is en hij gek is op auto’s.
De afgelopen maanden begon de koude oorlog dan ook met mijn vrienden die Romanista zijn. Feyenoord is natuurlijk een eitje voor AS Roma. AS Roma is een rijkere club, heeft in principe sterkere spelers. Met het salaris van twee spelers van AS Roma kun je de hele selectie van Feyenoord betalen. Maar… het balletje blijft rond en wij zijn Feyenoord Rotterdam! Mijn reactie was veelal… ’vediamo, vediamo’.
Mijn kameraad Joris Mathijsen speelt bij Feyenoord en hij heeft voor mij en een paar Feyenoord-vrienden uit Nederland kaartjes geregeld voor de wedstrijd en ik heb natuurlijk een appartementje van Rental in Rome voor mijn vrienden geregeld. Ik heb er maanden naar uit gekeken om mijn club te zien spelen in mijn stad.
Woensdag was het dan eindelijk zover. Ik ben mijn vrienden gaan ophalen op het vliegveld en heb ze naar het appartement gebracht, op honderd meter afstand van Campo de’ Fiori. Terwijl we in het appartement zaten, hoorden we al Feyenoord-supporters zingen. Die hadden zich verzameld op het Campo de’ Fiori. Toen we wat wilden gaan eten en naar Campo de’ Fiori liepen, zeiden we meteen tegen elkaar dat het misschien beter was om ergens anders heen te gaan want de sfeer was enigszins grimmig.
We hebben toen besloten om snel een pizzaatje te eten en zoveel mogelijk van de stad te zien, Roma è Roma. Tijdens onze wandeltour ergerden we ons al regelmatig aan dronken (en wildplassende!) Feyenoord-supporters. Na een hele tour door de stad ben ik naar huis gegaan. Ik was nog geen vijf minuten thuis of ze belden… Campo de’ Fiori schoongeveegd. De krantenkoppen en televisiebeelden logen er niet om. Wij Nederlanders worden opeens weggezet als BARBAREN!
Op de wedstrijddag was ik al om half zeven ‘s ochtends op kantoor. Ik wilde namelijk zo snel mogelijk weg om mijn vrienden nog wat van de stad te laten zien en om nog lekker wat te eten. Toen mijn collega’s binnendruppelden rond negen uur werd er al niet meer over de wedstrijd gesproken. Het enige gespreksonderwerp was nog maar ‘JULLIE HEBBEN GEEN RESPECT’, ‘JULLIE ZIJN BARBAREN’, ‘FATE SCHIFO’, ‘FATELO A CASA VOSTRA’.
Ik werd ook vele malen gewaarschuwd door mijn Italiaanse vrienden om op te passen want niet alleen de Romanisti waren boos, heel Rome sprak reeds schande van de Feyenoord-supporters.
We zijn toen wat gaan eten vlak bij Piazza di Spagna waar de carabinieri reeds op de trappen stonden om de fans daarvan te weren. Op het plein lagen al overal bierflesjes en andere troep. De sfeer was wederom grimmig en we besloten snel weg te gaan. Tien minuten later werd ook daar met harde hand alles schoongeveegd.
We zijn meteen naar het stadion gegaan, op eigen gelegenheid. Eenmaal bij het stadion aangekomen zijn we begeleid door enkele agenten naar ons vak, na een hoop controles en flink doorlopen, op aanraden van de agenten. Wij zaten in het vak van de Feyenoord business club.
De wedstrijd, het resultaat en de sfeer in het stadion hebben mij een heerlijk gevoel gegeven en na de wedstrijd zijn we met een politie-escorte weer teruggebracht richting het centrum. Dan ga je als VOETBALLIEFHEBBER en als Feyenoord FAN prettig slapen.
Vanochtend werd ik, zoals gewoonlijk, vroeg wakker en ben ik met de radio aan naar kantoor gereden. Het doet me heel veel pijn dat er totaal niet over voetballen gesproken werd op Radio Roma. Normaal gesproken worden wedstrijden daar uitgebreid besproken maar het ging alleen maar over ‘I BARBARI OLANDESI CHE HANNO DISTRUTTO LA CITTA’
In de bar krijg ik meteen te horen ‘che facciamo schifo’ en wordt er gesproken over de ‘civiltà’. Ik ga het gebouw van ons kantoor binnen en krijg meteen van de portiere te horen: ‘NON DOVRESTI PIU’ VENIRE QUA, SIETE UNA VERGOGNA’.
Dan kom ik op kantoor binnen en vind ik dit op mijn scherm:
De feestdagen komen er weer aan, de kerstboom staat, de discussies over het eten met Kerstmis en Oud & Nieuw zijn al lang en breed gevoerd. Het allermooiste van deze periode is voor mij, echter niet de boom of het eten, maar bestia! Ik vertel vandaag over hoe je dit spel speelt.
‘Bestia is een kaartspel met traditionele Italiaanse speelkaarten. Het heeft wel iets weg van het Nederlandse (of misschien het Brabantse) toepen.
Het spel bestia werd geboren in Frankrijk in de achttiende eeuw. Het wordt beschreven in het boek Académie Universelle des Jeux (Parijs, 1739). De eerste Italiaanse vermelding van bestia is van Raffaele Bisteghi, in 1753. Het bestia van de achttiende eeuw werd echter anders gespeeld dan tegenwoordig.
De regels van bestia
Voor wie het deze kerst eens wil proberen, een kleine inwijding in de regels van bestia. Bestia wordt gespeeld met 3 tot 10 spelers met 40 traditionele Italiaanse speelkaarten. De hiërarchische volgorde van de kaarten, van hoog naar laag, is als volgt: Aas, 3, koning, paard, boer, 7, 6, 5, 4, 2.
Een spel begint met het schudden van de kaarten. Iedere speler krijgt drie kaarten en na het verdelen van alle kaarten aan de spelers wordt er één kaart (de troef) open op tafel gelegd. Er wordt gespeeld tegen de klok in oftewel van rechts naar links.
Bij elke deling van de kaarten wordt door de deler een piatto (inleg, in ons geval geld) op tafel gelegd die deelbaar moet zijn door drie.
Met de 3 kaarten die elke speler krijgt kunnen er drie prese gedaan worden. Je kunt maximaal drie slagen winnen. Spelers die willen deelnemen aan het spel dienen één voor één te kloppen. Ze dienen dan minimaal één presa te behalen.
Spelers die niet geklopt hebben, kunnen nog wel deelnemen aan door alle drie de kaarten te wisselen maar zijn dan verplicht om te spelen.
In het spel moet je de seme (de kleur of het plaatje) volgen van de eerste kaart die op tafel komt bij het delen, dat wil zeggen: als je een kaart met hetzelfde plaatje, ben je verplicht om die te spelen. Er zijn in totaal vier semi (net als ruiten, schoppen, klaveren en harten). Bij het ontbreken van een kaart met il seme ben je gedwongen om een andere seme te spelen.
Aan het einde van het spel worden de prese verdeeld tussen de spelers, dus 1/3 per presa. Als een speler geen presa haalt, gaat hij in bestia – dan moet hij de piatto betalen. Deze piatto kan al spelende dus oplopen.
Extra regels
Als de speler die de hand heeft van de dominante seme, de aas heeft (of een 3 als de aas al op tafel ligt) is hij genoodzaakt om die direct te spelen
Als de speler na de eerste presa nog een kaart heeft van de dominante seme moet hij die verplicht spelen. Het doel is om zoveel mogelijk te winnen. Bestia kent geen genade…
Als de speler geen kaarten heeft van de dominante seme, dan moet hij de seme volgen van de kaart die de eerste speler op tafel legt.
Speel ze, de komende dagen!’
Ik werk al lange tijd in Rome, voor Rental in Rome, een organisatie die op tal van plekken in de Eeuwige Stad appartementen verhuurt. Of je nu meteen het bruisende nachtleven van Trastevere in wil duiken of in de schaduw van het Pantheon wil ontwaken, ik kan het voor je regelen.
Vanmiddag tip ik 5 romantische appartementen in Rome. Fotocredits Federico Mariani.
Vittoria 72 – bij de Spaanse Trappen
Vittoria 72 is een gezellig appartement gelegen op de eerste verdieping van een historisch gebouw in Via Vittoria, tegenover het beroemde conservatorium van Santa Cecilia, op korte afstand van de Spaanse Trappen, Piazza del Popolo en de boetieks van Via del Corso en Via Condotti. Het appartement heeft prachtige plafonds met houten balken en terracotta vloeren.
De vriendschappelijke voetbalwedstrijd Nederland-Italië (op 4 september jl.) werd lange tijd gespeeld met maar tien Nederlandse voetballers op het veld. Er was echter nog een Nederlander, langs het veld.
Vandaag ik over dit bijzondere avontuur in Bari: ‘Ik heb altijd wel aardig een balletje kunnen raken. Voetballen is altijd al mijn passie geweest. Ik heb ook in Oranje gestaan, maar niet het echte Oranje van de KNVB. Voor het Nederlands elftal onder de zestien viel ik af bij de laatste selectiewedstrijden. Ik vertegenwoordigde wel jarenlang de Brabantse selectie.
Ik speelde wel voor de NKS in Oranje. Dit is een kleinere bond dan de KNVB, een overkoepelende sportorganisatie waarbij zeventien organisaties zijn aangesloten met in totaal bijna 1600 verenigingen en meer dan 320.000 leden.
De afgelopen week is het erg druk geweest in huis. Opa en oma waren over, uiteraard een beetje voor hun zoon maar vooral voor hun kleinzoon en kleindochter. Daniel is namelijk 4 jaar geworden en dat moest natuurlijk gevierd worden!
Er is een week of twee geleden al begonnen met de voorbereidingen en je raadt het al… Er moest veel gekookt, gebakken en voorbereid worden. Daarnaast moet iedereen op de hoogte worden gesteld van het feestje. Niet alleen familie en vrienden. Nee, ook de kindjes (en ouders) waar Daniel mee speelt op het plein en alle kindjes (en ouders) van zijn klas. Uiteindelijk waren we woensdagavond met een man of 100 waarvan 30 kinderen. En die mensen moeten natuurlijk allemaal eten en drinken.
De plaats waar het feest gehouden werd, was niet thuis. Nee, dat wordt in Italië anders aangepakt. In ons geval hebben we de verjaardag gevierd in een grote speeltuin in de buurt. Het feest begon om 18.00 uur. Enkele tafels , een hele hoop stoelen en een paar koelkasten staan ter beschikking van de jarige job en zijn genodigden. Op de tafels wordt al het eten en drinken uitgestald. Pizzaatjes, sandwiches, broodjes in alle soorten en maten, koude pasta in verschillende varianten, chips, suppli...
De ‘ouderen’ gaan de hele avond gezellig kletsen en de kinderen gaan de speeltuin in. Die zie je bijna niet meer de rest van de avond.
Tot het moment van de taart. De kinderen klimmen meteen de rekken uit en komen direct van de springkussens af als ze ‘TORTAAAAAAAAAAAAAAA’ horen. Een stukje taart voor iedereen die aanwezig is en voor de volwassenen ook een glaasje spumante. De taart is het moment voor de jarige job om toegezongen te worden en al zijn cadeautjes uit te pakken. Voor de mensen die nog niet genoeg gegeten hebben, wordt er een hele hoop andere zoetigheid en sterke drank op tafel gezet. Na de taart gaan de eerste mensen naar huis, hetgeen betekent dat ouders huilende kinderen van de luchtkussens af moeten plukken of uit het klimrek moeten zien te krijgen. Moe zijn de bambini nog lang niet, ondanks dat het al na 22.00 uur is…
‘Augustus is al twee weken onderweg. Ondanks de hitte is het prima vertoeven in Rome deze maand, veel Romeinen zijn op vakantie en het toerisme kent laagseizoen. Het is ineens mogelijk om een parkeerplaats te vinden in hartje Rome, zelfs zo ongeveer waar je moet zijn en niet een kilometer verderop. Zelfs voor mijn kantoor zijn er vrije parkeerplaatsen. Ik betaal het parkeren maar niet, aangezien ook de vigile urbane op vakantie is – waardoor de kans op een boete nihil is.
Ik vermijd het openbaar vervoer liever deze periode. Ten eerste omdat ik het stuk van het station van San Pietro naar kantoor en vice versa liever niet loop met 40 graden en ten tweede omdat het goed mogelijk om een trein te treffen zonder airconditioning.
In een land waar recessie heerst, intrigeert het me elk jaar weer hoe de maand augustus beleefd wordt. In deze maand wordt er haast niets productiefs gedaan. Er wordt genoten van het leven en het mooie weer, ondanks de crisis.
Voor een toerist zijn de prijzen erg interessant deze maand. Ook bij Rental in Rome worden laagseizoenprijzen gehanteerd. Daar staat tegenover dat je, ook in hartje Rome, veel barretjes, winkeltjes en restaurantjes met gesloten deuren aantreft… Chiuso per ferie.
De dag dat er echt totaal niets gedaan wordt was gisteren, Ferragosto, oftewel Maria Hemelvaart. In Nederland vieren we dit al lang niet meer, maar hier in Italië is het een van de belangrijkste katholieke feesten. Dit is volgens mij echter alleen omdat het zo lekker midden in de zomer valt 😉 Ik had in ieder geval een dagje vrij.
Wij zijn lekker met de hele familie op het strand geweest. De tantes hadden in de dagen ervoor reeds een hoop eten klaargemaakt voor deze gezellige dag. Hele koelboxen gingen mee om onder de parasol op het strand lekker te lunchen met z’n allen. Groot en klein kwam het water uit of stopte met zandkastelen bouwen om samen te eten. Pasta fredda, pizza en insalata di riso in overvloed, zucchine sott’olio, prosciutto, mozzarella, cocomero en melone om zomaar even wat te noemen. Na het eten nog een ijsje voor de kleinsten en een caffè freddo voor de groten en we konden er weer een paar uur tegen.
In de avond ging de barbecue aan om met wat vrienden nog even wat te eten – ondanks het feit dat iedereen eigenlijk niks meer door zijn keel kon krijgen. Want uiteindelijk werd ook deze vrije dag, zoals de gewoonte is in Italië, besteed aan lekker eten en samenzijn met familie en vrienden. Leve Ferragosto!
Nederlandse mensen die vernemen dat ik in Italië woon denken gelijk aan het warme weer in de zomermaanden. Het overgrote deel van de mensen dat naar Italië gaat, komt dan ook in de zomer. Lekker op vakantie naar de zon.
Maar hier is zon niet meteen vakantie. Gelukkig zijn bijna alle gebouwen in Italië ingesteld op het warme weer. In Nederland daarentegen zijn vele huizen en openbare gebouwen niet op de hitte ingesteld. Maar de Nederlanders ook niet. Als social media-fanaat heb ik het de afgelopen tijd niet kunnen missen dat de zon in Nederland enkele keren heeft geschenen. De zon schijnt en meteen is #hittegolf trending topic. ‘Tropische temperaturen’ boven de 30 graden en maatregelen om gezondheidsproblemen te beperken. De media schrijven ook maar wat graag dat een bepaalde maand of een bepaald jaar records heeft gebroken en de (of het) warmste is sinds de eerste metingen in 1901.
‘Jullie hebben de afgelopen tijd weinig tot niets van me vernomen. Ik was namelijk heerlijk vakantie aan het vieren. Als Nederlander in het buitenland is het niet altijd gemakkelijk om eens lekker met het gezin op vakantie te gaan. De weinige vrije dagen die we hebben, brengen we meestal met familie en vrienden in Nederland door.
Maar ja, het weer in Nederland is altijd afwachten. De zon kan schijnen maar het kan ook ‘gewoon’ regenen in juli. Daarnaast rusten we nooit echt uit in Nederland want in een paar dagen tijd moeten we zoveel mogelijk mensen zien (lees: in een korte tijd willen zoveel mogelijk mensen de kinderen zien).
Daarom hadden we dit jaar besloten om eens écht op vakantie te gaan. En wel op 180 kilometer afstand van huis, in Follonica, aan de Toscaanse kust. Een klein stukje dus maar met de auto, en daar wachtte ons een hotel in het resort Corte dei Tusci, prima geschikt voor families met kinderen. Wij waren de enigen uit Rome, de andere families kwamen allemaal uit het noorden van Italië. Zij hoorden meteen aan onze tongval (dus ook aan de mijne) dat we uit Rome kwamen en wij hadden pret met de accenten uit het noorden.
Het strand was op precies 112 stappen van onze kamer en het water was voor de kust een paar honderd meter lang ondiep, zodat kinderen er prima kunnen spelen. Het zwembad was, met 62 stappen, nog dichterbij. Het animatieteam was er voor de kleintjes, maar ook voor ons. Ik heb menig jeu de boules-toernooi gewonnen op de vroege ochtend.
Het restaurant had een prima variëteit met Italiaans eten voor pranzo en cena. Er was een baby corner voor de allerkleinsten met alles om de flesjes en papjes te maken. Daarnaast is er in Italiaanse resorts natuurlijk de onvermijdelijke gioco aperitivo e gioco caffè. Dit zijn spelletjes in de bar om een aperitivo of een koffie te winnen. Voor de aperitivo zijn het vooral spelletjes in de trend van spijkerpoepen; voor een caffè zijn het veelal spelletjes met muziek raden. Wij deden overal aan mee en dankzij Marina heb ik menig maal een koffie gewonnen, aangezien zij veel van muziek weet. Ze drinkt zelf geen koffie aangezien ze nog borstvoeding geeft.
‘Toen ik hier nog niet zo lang woonde, vroegen de mensen mij weleens of ik nou voor Italië of voor Nederland zou juichen. Op dat moment kende men mij duidelijk nog niet zo goed…
Volgens mijn vrouw behoor ik tot de meest fanatieke Oranje-supporters. Volgens haar is het een ziekte. Naast de versieringen in en rondom huis en de oranje kleding, eet ik op wedstrijddagen van het Nederlands elftal alleen met oranje bestek en drink ik alleen uit een oranje glas. Het is niet eens een soort van bijgeloof, het is standaard. Tijdens de wedstrijden vindt ze het prettiger dat ik niet thuis ben omdat ik me niet rustig kan houden.
Voor mij is dit normaal. Ik ben een groot voetbalsupporter en als het Nederlands elftal op een toernooi speelt dan denk ik net als vele andere Nederlanders meteen dat Nederland deze keer WÉL wereldkampioen wordt.
De Italianen praten altijd met veel respect over het Nederlands elftal. Maar uiteindelijk als ze beginnen over hoe vaak wij nou eigenlijk wereldkampioen geworden zijn, ben ik snel uitgekletst: ZERO TITOLI!
Hier in Italië zie je geen blauwgeschilderde huizen, je ziet her en der een Italiaanse vlag wapperen. Hier heerst sowieso elk toernooi een traditioneel pessimisme. De Italianen staan niet vierkant achter hun land. Hier staan de mensen meer achter hun club. Op kantoor zei een Italiaanse college zelfs dat hij voor Brazilië is dit jaar omdat een bepaalde speler van AS Roma niet is opgeroepen door de Italiaanse bondscoach. Ik juich echter gewoon lekker hard als Daley Blind scoort voor het Nederlands elftal, ondanks dat hij van die andere club is.
Er zijn wel wat grote schermen in de steden maar dat is allemaal (zeker in de groepsfase) totaal niet te vergelijken met Nederlandse taferelen. Hier kijken veel mensen onder het genot van een pizza en een klein beetje alcohol.
Maar mocht Italië de achtste finales halen, dan begint het ook hier helemaal te leven. Dan komen er wat meer vlaggen en gaan de mensen vooral na de wedstrijd de straat op, veelal met de auto, om tot diep in de nacht de overwinning te vieren. De Italianen zijn ook wel wat gewend natuurlijk, ze zijn reeds vier keer wereldkampioen geworden. Ikzelf heb dit in 2006 hier meegemaakt:
In 2010 heb ik op het laatste moment veel geld betaald om de finale in Amsterdam met vrienden en vele duizenden andere mensen te zien. Mocht het zover komen dat er een feest zou losbarsten, dan was ik er in ieder geval bij. Dit ondanks het feit dat Marina zeven maanden zwanger was. Daniel zou in ieder geval als wereldkampioen geboren worden.
Nu, vier jaar later, vindt Daniel het ook best leuk om Nederland te kijken met een fanatieke papa. Maar als mensen aan Daniel vragen of hij voor Italië of voor Nederland is, geeft hij als antwoord: ‘Tifo per il Feyenoord’. Een politiek correct antwoord waar papa ook heel blij mee is.
Nu maar zien of we van die zero titoli afkomen dit jaar…’
‘Veel Nederlandse mensen vragen me regelmatig om mijn oude leventje in Nederland te vergelijken met mijn leven in Italië. Nederlandse mensen denken vaak dat hier altijd de zon schijnt en dat ik ‘la bella vita’ leef. De zon schijnt inderdaad vaker dan in Nederland maar werken met 45 graden in de zomer in een stad als Rome is zeker geen pretje.
Maar goed… ik vergelijk niet zo graag mijn Nederlandse en Italiaanse leven. Ik antwoord altijd zo diplomatiek mogelijk met een antwoord als: ‘Geen enkele plek is eigenlijk perfect’. Op een nieuwe plek krijg je er mooie dingen bij, maar op de oude plek laat je mooie dingen achter. Uiteindelijk is het niet beter of slechter, het is maar wat je er van maakt en wat je prioriteiten zijn. Het is in ieder geval anders!
Mijn prioriteit is gelukkig zijn. Ik hoef hier geen carrière te gaan plannen, dat is nutteloos. Ik kreeg in Nederland eens de vraag wat ik later zou willen worden of gaan doen. Er werd natuurlijk gedoeld op mijn ideale baan maar mijn antwoord was: ’Ik wil opa worden’. Ik zie dat namelijk al helemaal voor me… Lekker met andere gepensioneerden een potje kaarten bij de bar en ouwehoeren over niks en de kleinkinderen die in de speeltuin aan het genieten zijn.
Maar het leven hier in Italië is natuurlijk wel anders dan in Nederland. Bepaalde zaken hoor je eigenlijk nooit in Nederland en bepaalde zaken hoor je alleen in Italië. Vragen die je bijvoorbeeld niet zo snel in Nederland zult horen zijn:
Hai fatto colazione?
‘s Morgens vroeg voor, tijdens of na het stukje trein richting de Sint Pieter komt deze vraag al aan bod. Veel mensen gaan namelijk zonder ontbijt de deur uit en nemen een caffè en een cornetto in een bar.
Prendiamo un caffè?
Misschien wel de meest gestelde vraag. Italianen nemen heel regelmatig een koffietje. Als je iemand toevallig eens tegenkomt, collega’s op het werk, vrienden in een winkel… Het komt geregeld voor dat je dan 5 tot 6 caffè op een dag drinkt.
Che hai mangiato ieri? Che mangi stasera?
Er wordt zo vaak over eten gesproken… Niet alleen over wat je op dat moment eet, maar ook de lunch of het diner van de dag ervoor of van dezelfde avond wordt besproken.
Sei stato al mare?
In de zomer, na een weekend of na een vrije dag, is de meest gestelde vraag of je op het strand bent geweest. Het is uiteindelijk erg dichtbij – en voor Romeinen het ideale uitje.
Domani pizza tutti insieme?
Meer dan regelmatig worden op vooral vrijdag-, zaterdag- of zondagavonden avondjes georganiseerd bij iemand thuis om gezellig een pizza te eten. Bij de pizzeria gehaald, maar beter nog zelf gemaakt natuurlijk.
Facciamo un aperitivo?
Na het werk, na een dagje strand of voor een diner is het heel normaal om met vrienden en/of collega’s een aperitivo te gaan drinken. En dat is wat anders dan de Nederlandse borrel ?
Come si mangia in/a….?
Misschien wel de vraag waar ik het meest aan heb moeten wennen toen ik hier kwam wonen. Als je op vakantie bent geweest en weer terug bent, is de eerste vraag meestal hoe er gegeten wordt in het land waar je geweest bent. Een Nederlander vraagt eerder hoe het weer was, maar voor een Italiaan is eten la cosa più importante…
Vragen die je niet zult horen in Italië maar wel in Nederland zijn er ook:
Gaan we stappen met de mannen?
Een avondje met alleen mannen op stap is hier zo goed als uitgesloten. Een avondje voetballen met een pizza na afloop of een aperitivo zit er nog wel in, maar een avondje tot diep in de nacht met alleen mannen op stap niet. Het is hier veel normaler om met mannen en vrouwen samen op stap te gaan.
Hoe is het weer morgen?
Er wordt bijna nooit gevraagd wat voor weer het morgen wordt. Vooral in de zomer schijnt de zon toch haast altijd, dus applicaties zoals buienradar zijn hier ook niet nodig.
Hoe is het op het werk?
In Nederland gaan veel gesprekken over het werk. In Italië wordt er tussen vrienden eigenlijk bijna niet over werk gesproken. Werk iets wat je simpelweg doet, praten doe je over het leven. En over eten…
Slapen de kinderen al (om 20.00 uur)?
Ik heb Nederlandse vrienden die me rond een uur of acht ‘s avonds bellen. Dan is het in huize Van Aggelen echter spitsuur. De kinderen gaan niet rond 20.00 uur naar bed, maar op dat moment wordt er uitgebreid gegeten. Vervolgens kunnen ze nog even spelen om dan rond 21.30 uur naar bed te gaan. Papa en mama zijn dan ook behoorlijk moe ondertussen dus die gaan niet veel later slapen. Gelukkig maar dat ons dan de dag erop zo’n vijf tot zes caffè wachten…’
‘Vandaag is het feest! Mijn vrouw Marina en ik zijn vandaag namelijk vijf jaar getrouwd. Precies vijf jaar geleden beleefden we een fantastische dag met onze familie en vrienden, zowel van Nederlandse als Italiaanse komaf.
Om deze fantastische dag te organiseren, hebben we – naast een heleboel liefde voor elkaar – ook een heleboel stress gevoeld. We hebben wel een jaar lang voorbereidingen getroffen. Tegelijkertijd waren we druk bezig met het inrichten van ons nieuwe huis, waar we echt met z’n tweeën zouden gaan wonen (tot die tijd woonden we nog samen bij Marina’s ouders). Het jaar 2009 was dus een ontzettend chaotisch jaar. Ik kan er wel een boek over schrijven, maar ik zal proberen om het hier summier op een rijtje te zetten.
Voor zover ik het nog allemaal in de juiste volgorde weet, want toen Marina en ik – heel onromantisch – op de agenda van haar telefoon de datum voor de bruiloft prikten, stond ik nog totaal niet stil bij alles wat erbij zou komen kijken.
Het belangrijkste dat geregeld moest worden, was de locatie van het diner en het daarop aansluitende feest. We hebben een tiental locaties bezocht. Bijna alle locaties waren prachtig, maar voor ons was vooral belangrijk dat er ruimte was voor mijn Nederlandse familie en vrienden om daar te kunnen blijven slapen. Een veertigtal mensen onderdak bieden was niet eenvoudig maar de perfecte locatie hebben we uiteindelijk toch gevonden, bij Manziana Villa.
Het buffet van vlees en vis kon buiten rondom het zwembad genuttigd worden, de andere elf (!) gangen binnen in de zaal. Bovendien konden de Nederlandse gasten zoveel drinken als ze wilden, want ze hoefden niet meer te rijden.
Ik dacht dat we hiermee zo’n beetje alles geregeld hadden, maar achteraf kwam ik erachter dat het ‘feest’ pas net was begonnen. Naast het samenstellen van het menu – waarvoor we twee proefavonden nodig hadden – moest er nog aan een hoop andere dingen gedacht worden.
Naast de benodigde documenten voor ons (kerk, gemeente, ambassade etc.) moesten we ook toestemming van de bisschop in Rome krijgen zodat mijn vader (die diaken in Brabant is) ons samen met de Italiaanse pastoor mocht trouwen. Op die manier werd het dus een tweetalige trouwerij, wat betekende dat ook de boekjes vertaald dienden te worden.
Nog een paar mooie foto’s van in de kerk én van het moment dat we naar buiten stapten:
‘Ik had afgelopen dagen eigenlijk helemaal geen tijd om een nieuwe blog te schrijven. Maar ‘helaas’ heb ik vandaag toch tijd. Mijn vrouw is vandaag weer begonnen met werken en precies vandaag heeft de kleinste van de familie een beetje koorts. De verlofdagen van mama zijn op, dus papa werkt thuis.
Vanaf de heiligverklaring van de paus tot aan half mei zitten al onze appartementen vol en dan gebeuren er veel dingen op kantoor, de telefoon rinkelt de hele dag. Vandaag geen telefoon, alleen e-mail – vandaar dat ik wat tijd heb voor een blog.
Mijn vrouw is docente Frans op een middelbare school, ze werkt dus voor de Italiaanse staat. Werken op een middelbare school gaat hier net even iets anders dan in Nederland. En ik spreek uit ervaring want ik ben opgegroeid in een onderwijzersfamilie. In bepaalde gevallen is het ideaal om voor de Italiaanse staat te werken. Het salaris (ook al is het niet veel) komt altijd en ook op tijd. Daarbij werken docenten hier halve dagen. Als moeder zijnde zijn er bovendien veel permessi om bij de kinderen te zijn, zoals verlofdagen als een kind ziek is en twee uur per dag extra vrij voor borstvoeding. Docenten dienen op school aanwezig te zijn gedurende de lesuren. Extra zaken zoals docentenvergaderingen, oudergesprekken, proefwerken nakijken etcetera komen daar uiteraard nog bij.
Het lijkt een ideaalplaatje, dat is het daarentegen niet. Mijn vrouw is precaria. Dat wil zeggen dat ze geen vaste aanstelling heeft. Elk schooljaar opnieuw moet ze afwachten of ze gebeld wordt door een school. Als ze gebeld wordt krijgt ze een contract voor 10 maanden, de zomervakantie wordt niet doorbetaald. Het is dus elk jaar spannend waar ze nu weer zal gaan werken.
Ze hoeft echter niet te solliciteren, dit gaat allemaal ‘automatisch’ via een klassement met punten, la graduatoria. Elk vak heeft een eigen klassement en dat in alle provincies van Italië. Een erg bureaucratisch systeem waarbij naar een heleboel zaken gekeken wordt, zoals de leeftijd van de docent, het aantal lesjaren, het aantal diploma’s/masters.
Elk jaar doet mijn vrouw een master, ook om punten te scoren voor het klassement. Iedereen in het klassement doet dit, dus het is eerder een probleem als je het niet doet want dan gaan ze je voorbij in het klassement. Ze staat na negen (!) jaar op een behoorlijke positie wat haar veel hoop geeft om in ieder geval in de buurt van huis te kunnen werken en niet aan de andere kant van Rome.
De Italiaanse staat geeft een bepaald aantal mensen iedere twee jaar een vast contract. Hoeveel mensen dat zijn ligt aan het aantal mensen dat met pensioen gaat, ervoor kiest om iets anders te gaan doen of bijvoorbeeld naar een andere regio verhuist en zich daar in de graduatoria inschrijft. De politiek is erg verwikkeld in dit systeem. Sommige verkiezingsprogramma’s beloven regelmatig om een hoop docenten een vaste baan te geven en schrijven dan een concorso uit. Een superexamen waarvoor behoorlijk betaald dient te worden en bijvoorbeeld de beste vijftien een vaste aanstelling krijgen binnen een vooraf bepaalde tijd (in dit geval binnen twee jaar). Dit gaat dus dwars door het hele verhaal van de graduatoria heen. Allemaal gelijke kansen, maar de mensen die al jaren in de graduatoria zitten en veel ervaring hebben, maken meer kans om te winnen omdat ze nou eenmaal goed voorbereid zijn. Vorig jaar was weer zo’n concorso. Mijn vrouw eindigde van de duizenden deelnemers op de zeventiende plaats en liep een vast contract dus op een haar na mis.
Dit jaar is het dus wederom afwachten waar ze na de zomer mag starten. Met weer een extra master op zak en dus extra punten. Kijken hoe ze scoort in september!’
‘Ik heb het heel vaak over al het lekkere eten in Italië. Ik heb een zwak voor eten en heb hier ook regelmatig over geschreven. Maar al dat lekkere eten heeft ook een keerzijde. Ik woon nu bijna zeven jaar in Italië en vorige maand, toen ik op de weegschaal stond, woog ik 99 kilo. Nu het zomer wordt en ik zenuwachtig word om in mijn zwembroek te kunnen, moest ik dus maar eens wat minder gaan eten. Die zwembroek van vorige zomer moet ik natuurlijk wel aan kunnen en daarvoor is 99 kilo toch iets te veel van het goede.
Vooral in de winter eet ik meer dan eigenlijk goed voor me is. Rondom de feestdagen doe ik daar nog een schepje bovenop. Het is ook zo moeilijk om nee zeggen tegen al dat lekkers. Een van de eerste dingen die ik in het Italiaans leerde was ‘Finisci Isaac! Finisci!’. En dan ‘moest’ ik alles wat over was nog even naar binnen werken. Daar heb ik weinig problemen mee.
Maar nu even niet. Nu is het tijd voor een dieet, voor de eerste keer in mijn leven. Daarnaast ga ik nog meer sporten dan normaal. Vanaf vorige maand ben ik begonnen met het opvoeren van mijn uurtjes in la palestra, de sportschool, en ook voetbal ik nog twee keer in de week. Daarnaast ga ik ook vaker hardlopen.
Ik vind het eigenlijk altijd heerlijk om even een kilometertje of acht tot tien hard te lopen. Even het hoofd leeg maken. Vorige week dacht ik aan jullie tijdens het hardlopen. Ik loop elke week meerdere malen mijn zelf gevonden routes rondom de Etruskische necropolis, de Necropoli della Banditaccia, die op de Werelderfgoedlijst staat. De necropolis bevat duizenden graven, georganiseerd in een stadachtige indeling, met straatjes, pleintjes en buurten.
Een deel hiervan (het mooiste deel) is afgeschermd om te bezichtigen en is zeker de moeite waard. Ik schreef hier ook over in een van mijn eerdere blogs, "Vrienden van ver". Het gebied is erg groot en er zijn ook delen die onbeheerd zijn. Daardoorheen en erlangs is het dus heerlijk hardlopen. Even terug naar de negende tot de eerste eeuw voor Christus, op het ritme van moderne muziek via mijn oordopjes, op 400 meter van huis. Het natuurgebied eromheen is ook erg mooi. Ik heb ondertussen verschillende leuke routes gevonden, de ene wat langer dan de ander.
Na ruim een maand goed sporten en een heel stuk minder eten staat de weegschaal op 88 kilo. Elf kilo lichter dus, mede dankzij de Etrusken. Ik blijf dus lekker door rennen, zodat ik me straks in zwembroek kan vertonen op het strand. Maar vooral omdat ik dan binnenkort weer onbeperkt kan genieten van lekker eten?
‘De paus versprak zich een tijdje geleden. Het woord caso sprak hij uit als cazzo. In plaats van het neutrale ‘geval’ sprak hij ineens schuttingtaal. Want hoewel cazzo letterlijk een wat minder fatsoenlijke benaming voor ‘penis’ is, gebruiken veel Italianen cazzo zoals wij in Nederland ‘shit’ zouden zeggen. Een misser die vrij normaal is voor Spaanstaligen.
De paus had snel door dat hij ernaast zat en verbeterde zichzelf. Video’s van deze verspreking deden echter al snel de ronde op YouTube, ondanks de snelle verbetering van ‘dat andere geval’:
Een verspreking in het Italiaans kan dus de beste overkomen. Zelfs de paus, en zelfs mij, haha! Want ik versprak me deze week zelf ook, in de bar waar ik dagelijks kom. Samen met een vriend ging ik even een bakkie koffie doen. Ik nam een caffè al vetro en hij nam een caffè d’orzo. Normaal gesproken ga je eerst bestellen en betalen bij de kassa, waarna je een bonnetje krijgt waarmee je dan aan de bar gaat staan. Maar aangezien wij vaste klanten zijn, gingen we eerst koffie drinken en pas daarna betalen. Ik zei tegen de beste man achter de kassa: ’Devo pagare un caffè al vetro e un caffè d’orso.’ De bijdehante kassier, die me goed kent, begon te lachen en zegt: ‘A Strootman (Nederlandse voetballer van AS Roma), non vendo degli orsi ma comunque sono 1 euro e 90.’
Het kwartje viel meteen. Ik wilde een berenkoffie betalen en geen koffie gemaakt van gebrande gerst. Orso betekent beer; orzo daarentegen is het Italiaanse woord voor gerst. Geen echte koffie dus, en daarom populair als cafeïnevrije vervanger van espresso.
Het was weer eens een foutje in het Italiaans waarmee ik in de maling genomen kon worden. Het gebeurt gelukkig nog maar zelden; tegenwoordig spreek ik vloeiend Italiaans, met een echt Romeinse tongval.
Toen ik nog niet in Italië woonde, heeft mijn vrouw regelmatig in een deuk gelegen door een verspreking. Zo zei ik dat ik ging landen op Chiampino [Kiampino] en niet op Ciampino [Tsiampino]. Ook de uitzonderingen zoals il ginocchio – le ginocchia, la mano – le mani, il problema, il programma, l’uovo – le uova gingen regelmatig fout, maar dat was vrij logisch voor iemand die nooit een studieboek Italiaans heeft opengeslagen.
De leukste episodes – waar ik nog regelmatig aan wordt herinnerd door mijn vrouw – zijn die keer dat we gingen eten in het restaurant Cicci cazzi (totaal geen betekenis maar wel met schuttingtaal) in plaats van Cacio Ceci e Cocci. Ook was ik een keer met het voetbalelftal aan het eten bij Il Cavolino Bianco en niet bij Il Cavallino Bianco. Dus, niet bij ‘Het witte paardje’ maar bij ‘Het witte spruitje’.
Een taal leren gaat met vallen en opstaan. En soms val ik nog, zoals bij de beer in de koffie. Maar gelukkig verkeer ik in goed gezelschap in questo cazzo, eh caso…’
‘In een week waarin veel is gesproken over Geert Wilders en allochtonen in Nederland stond ik even stil bij het feit dat ik ook een allochtoon ben, hier in Italië.
Toen ik nog in Nederland woonde, heb ik een seizoen lang gevoetbald met alleen maar Turkse en Marokkaanse jongeren. Ik kwam in dat elftal terecht omdat ik vele Turkse vrienden heb. Ik was de enige ‘kaaskop’ in het geheel. De tegenstanders viel dat overigens niet op, ook ik werd voor ?#@*&%-Turk of ?#@*&%-Marokkaan’ uitgemaakt. Ik heb erg genoten dat jaar, van die mix van culturen. Die mix van culturen was ook een mix van jongens met verschillende soorten banen. Van schoonmaker tot politieagent en van student tot journalist en advocaat.
Goed, terug naar mijn situatie nu, hier in Italië. Ik praat altijd Nederlands met mijn zoon Daniel, maar hij reageert altijd in het Italiaans. Dit komt natuurlijk omdat hij weet dat papa Italiaans begrijpt. Wij proberen Daniel op te voeden met Nederlandse en Italiaanse normen en waarden. Sommige mensen hier vragen mij waarom ik in het Nederlands met Daniel spreek? Om er daarna aan toe te voegen: je woont toch in Italië?!?!
Maar wat denken ze dan? Als opa en oma, tante of vrienden komen, dan moet er toch echt wel Nederlands gesproken worden want Italiaans is nou eenmaal niet zo’n gemakkelijke taal. Ik integreer helemaal hier, maar ik zal altijd Nederlands blijven praten met mijn kinderen en mij ook Nederlander blijven voelen.
Ik had het hierover in een telefoongesprek met een Turkse vriend. Hij begon te lachen. Dan weet je ook eens wat ik altijd moet horen. En eigenlijk is dat ook zo. Maar waarom? Het is toch prachtig als een kind twee talen leert en ook de waarden van twee culturen meekrijgt? Of dat nu Turks en Nederlands is of Italiaans en Nederlands.
In Nederland zeggen veel mensen altijd dat je moet integreren. Maar als mijn Turkse vriend zijn dochter Turks wil leren aangezien zijn familie in Turkije woont en dus in de bus Turks praat, wordt dat dan niet geaccepteerd? Waarom niet? Het is toch geweldig als een kind van jongs af aan twee talen leert? Juist op die leeftijd pikken ze dat snel op en gaat het wisselen van taal voor het kind vaak ongemerkt.
Ik doe precies hetzelfde. Als ik met Daniel in een winkel ben, in de trein of in de bus zit, praat ik ook Nederlands met hem. Wij hebben Nederlandse televisie thuis en hebben dus zelfs een schotel op het dak. Ben ik dan een Turk of Marokkaan in Italië?
Daniel is deze week ook begonnen met Nederlandse lessen. Vanaf nu komt er elke week een juffrouw om anderhalf uur lang spelenderwijs Nederlands te leren aan Daniel. Op deze manier hopen wij dat hij straks als opa, oma, tante en vrienden op bezoek komen zich steeds beter kan uitdrukken in het Nederlands. Met af en toe een Italiaanse tongval, va bene…’
Voor een geboren en getogen Brabander zoals ik was het de afgelopen tijd best vervelend om erg actief te zijn op verschillende social media. Eerst werd ik als enorm slechte bierdrinker genomineerd voor de ondertussen beruchte neknomination en daarnaast zag ik vele posts, tweets en andere berichten voorbijkomen van carnavalvierende vrienden in het Brabantse. Op dat soort momenten wil ik graag in Nederland zijn en meedoen aan deze gekte.
In Italië wordt er ook carnaval gevierd, maar toch nét even anders dan in Brabant. Er zijn in sommige plaatsen wel optochten en feestjes waar je verkleed heen dient te gaan, maar geen hossende taferelen met veel alcohol. Ik had deze periode bijvoorbeeld veel mensen die een appartement wilden boeken in Venetië om het carnaval daar mee te maken. Daar is carnaval een hele chique aangelegenheid, met prachtige maskers kostuums.
In Rome is carnaval vooral meer een groot kinderfeest. Vorig jaar ging was het eerste jaar dat mijn zoontje, Daniel, carnaval ‘vierde’. Nonna had een meccanico-pak gemaakt. Als automonteur ging hij een hele middag met confetti gooien op een pleintje in de buurt. Hij was beretrots op zijn pak aangezien hij een gepassioneerd autofan is, maar verder vond hij het maar niks.
Dit jaar ging Daniel één dag als duiveltje verkleed naar zijn schooltje. De confetti-gooi-dag was in het water gevallen omdat hij koorts had. Maar dit vond hij niet zo’n probleem. Ten eerste vond hij zijn pak niet leuk – ondanks dat hij het zelf had uitgekozen – en ten tweede vond hij dat confettigooien op het plein ook maar saai. Ik heb veel moeite moeten doen om hem in ieder geval voor eeuwig vast te mogen leggen. Hij wilde niet poseren in dit pak. Het is goed te zien dat hij het Brabantse carnaval (nog) niet bepaald door zijn aderen heeft stromen…
Ikzelf heb helemaal geen carnaval gevierd. Ik volgde met heimwee naar Brabant de foto’s en filmpjes op de social media en luisterde op kantoor (met oordopjes) naar carnavalsmuziek van Johnny Purple.
Mijn schoonouders daarentegen gingen wel op pad. Verkleed en wel naar een privéfeestje met vrienden en kennissen. Ik vroeg nog of ik ze misschien op moest halen, zodat ze een glaasje meer konden drinken. De blik in hun ogen deed mij onmiddellijk begrijpen dat ik een domme vraag had gesteld. Maar natuurlijk drinken Italianen niet teveel, hooguit één glaasje en verder lekker dansen. Geen gehos en geen alcohol.
Brabant… ik heb je gemist en ik hoop tot volgend jaar! Alaaf!’
‘Vorige week waren mijn ouders weer enkele dagen over. Naast het genieten van de twee kleinkinderen was het dit keer ook genieten van de Olympische Spelen. De Nederlandse televisie stond de hele dag aan om vooral de medailleregen van de schaatsers op de voet te volgen. In huize Van Aggelen wordt vooral Ireen Wüst hard aangemoedigd. Zij is bij ons in de straat opgegroeid in Goirle, vandaar.
Tijdens de zondagslunch met de hele familie (inclusief schoonfamilie) gingen we al voor de caffè en dolci van tafel, aangezien de 1500 meter van de vrouwen comfortabel vanaf de bank gekeken diende te worden. Helaas werd het geen goud voor Ireen, maar met een volledig oranje podium konden we toch tevreden zijn.
Mijn Italiaanse schoonfamilie begrijpt erg weinig van de Nederlandse taal. Marina begrijpt het daarentegen erg goed en praat het heel behoorlijk. Bij de commentaren achteraf trok ze op een gegeven moment helemaal wit weg. Ze vroeg me: ’Ma l’ho sentito bene?’ ‘Ja, Marina! Dat heb je goed gehoord’. Er wordt zomaar gevloekt op de Nederlandse televisie…
Zomaar een ‘bestemmia’, live op de televisie?!?!?!? "Ma che scandalo! Ma come si fa!?!?!?" Marina was echt geschokt. Op de Nederlandse televisie gebeurt dat nogal eens. Dat is totaal niet netjes, maar niet verboden. Op vrijdagavond, als ik Voetbal International kijk, wordt God er ook heel vaak nutteloos bijgehaald. Er is een bond tegen het vloeken, maar men lijkt zich er niet bepaald iets van aan te trekken.
Hier in Italië is ‘la bestemmia’ uit den boze. In het Big Brother-huis werd je meteen verwijderd als er een godslastering uit je mond kwam. Als je bij de televisie werkt, word je zelfs ontslagen als je het doet. Het is op kantoor ook weleens voorgekomen dat er iemand een bestemmia zei. Dat kwam die persoon op een officiële waarschuwing te staan. Hier zijn de mensen erg gelovig, het Vaticaan is letterlijk om de hoek en God wordt gerespecteerd.
Ook in de voetbalcompetitie waar ik speel betekent een ‘bestemmia’ meteen een rode kaart en een schorsing van twee wedstrijden. Ik kan me nog goed herinneren dat Marina het ook belachelijk vond dat de ‘bestemmia’ van Frank de Boer tijdens het WK 2010 vele malen herhaald werd.
Hier in Italië is het geloof erg belangrijk. De kerken zitten elke zondag vol, dit in tegenstelling tot de steeds legere kerkbanken in Nederland. Dopen, de communie en het vormsel zijn hier normaal. Catechese wordt al gegeven aan kleine kinderen. Ook bij Daniel op het schooltje wordt er al begonnen met godsdienstlessen.
In Nederland is het verbod op godslastering uit het Wetboek van Strafrecht geschrapt. Een wet die bestond sinds 1932. Men vindt het niet meer van deze tijd. Iedereen zou voor de wet gelijk moeten zijn. Godslastering is dus voortaan toegestaan. Wel is er een motie aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht om na te gaan of de wet zo kan worden aangepast, dat burgers toch worden beschermd tegen ernstige belediging van hun geloof. Wat dat betreft ben ik blij dat ik in Italië woon, waar godslastering niet wordt getolereerd en waar mijn vrouw oprecht geschokt is om zo’n nare uitspraak op tv. Een beetje respect, dat maakt het leven toch net een beetje mooier.’
‘Jullie hebben vast meegekregen dat het de afgelopen tijd veel heeft geregend in Rome. Het leek wel of ik even terug was in Nederland… Want geloof me, als het in de zomer eens regent, vind ik dat erg prettig. Rome wordt dan een andere stad. Het wordt rustig en de zomerregen wast het stof weg en het ruikt dan heerlijk.
Maar regen in de herfst en winter in Rome is iets heel anders. Zeker deze winter, waarin het water met bakken uit de hemel komt en uren achtereen op de Romeinse daken klettert. Regen in Rome betekent allereerst dat er bijna geen scooters meer rondrijden. Iedereen gaat met de auto.
Dat gebeurt overigens al bij de eerste aankondiging van een regenbui. Er vallen twee druppels en het verkeer is meteen een chaos. Op elke hoek van de straat vind je parapluverkopers. Waar ze uit het niets opeens vandaan komen, snap ik nooit. Je ziet ze niet, er vallen twee druppels en het lijkt of ze als paddenstoelen uit de grond schieten.
Maar dat is nog niet het ergste van de regen. Het regende dit keer zo veel en zo hard dat de riolering het niet meer aan kon. Ik zag stukken grond van de dijken langs de Via Aurelia naar beneden zakken. Onder het viaduct van de raccordo annulare (de ringweg) lag een heel meer. De Via Aurelia was compleet geblokkeerd.
Op de radio werd er ondertussen al gewaarschuwd dat het hele verkeer in de stad op z’n gat lag door verschillende overstromingen. Op de journaals kwam het de hele dag voorbij, de Tiber was stijgende. De laagste brug over de Tiber, de Ponte Milvio, liep gevaar. Er werd een alarm afgekondigd, hetgeen betekent dat de Protezione Civile wordt ingezet om bij te staan in mogelijke noodsituaties. Want als de Tiber zo hoog staat, dan stroomt het water ook flink hard. Van alles wordt meegesleurd in het krachtige water. Je ziet boomstammen, delen van woonboten en vaartuigen zomaar voorbijkomen. In mijn lunchpauze loop ik er regelmatig even naar toe als het regent om dit te aanschouwen.
Gelukkig regende het na een poos flink doorregenen een dag later bijna niet meer, waardoor het waterpeil in de Tiber weer een beetje zakte. Maar als het weer wat droger is, zie je pas goed wat voor problemen de regen oplevert voor de Romeinse straten.
Geasfalteerde straten hebben gaten waar je echt niet met je auto in wilt rijden – laat staan met je fiets in belanden. Denk nu niet dat de gemeente er hekken voor zet of het gewoon fijn snel oplost door de gaten te vullen. Nee, je blijft er wekenlang last van houden. Pas als het weer wat beter wordt, wordt er actie ondernomen.
De Romeinen klagen steen en been. Ik klaag ook over de regen, maar vooral over de gevolgen van de regen. Als ik klaag, dan krijg ik echter meteen te horen dat ik toch gewend zou moeten zijn aan de regen. ‘In Olanda piove sempre’, zeggen ze dan, ‘In Nederland regent het altijd.’ Maar het grote verschil met Nederland is echter dat als het regent, de riolering het water aan kan. Dat scheelt toch een slok op een borrel, of een emmer in een ton regenwater.
Kijk dus uit als je komende tijd in Rome bent, voor plotselinge gaten in de weg die niet gemaakt worden voor de zon alle water van de Tiber heeft doen verdampen. Het blijven rare jongens, die Romeinen…’
Ik werk vandaag precies zes jaar in Rome, voor Rental in Rome.
‘Wie had dat gedacht?!?! Zes jaar geleden had ik net te horen gekregen dat mijn contract bij mijn vorige werkgever niet verlengd zou worden. Ik dacht er al stiekem aan om aan Marina te vragen of we naar Nederland zouden gaan, maar toen kwam ik via via bij Rental in Rome terecht. Ik had een sollicitatiegesprek met de oprichter van dit bedrijf, Paolo Calabrò. Mijn eerste sollicitatiegesprek in het Italiaans. Ik begreep de taal wel redelijk maar ik praatte nog totaal geen Italiaans.
Tot op de dag van vandaag kan ik er samen met Paolo om lachen dat ik tijdens het gesprek wel 50 keer ‘si’ zei. Hij wist niet of ik het begreep wat hij zei, maar hij wilde me de kans geven om voor hem te komen werken. Dit kwam vooral omdat hij een zwak heeft voor Nederland, aangezien zijn eerste vriendinnetje een Nederlandse was. Dat vriendinnetje van toen is hij helemaal uit het oog verloren, maar de liefde voor Nederland in het algemeen is gebleven.
Maar goed, ik wilde die geboden kans natuurlijk met beide handen aangrijpen. Want na het aanhoren van de geschiedenis van het bedrijf en van Paolo – voor zover ik hem begrepen had :) – was ik erg geïnteresseerd geraakt en zag ik mogelijkheden. Want zeg nou eerlijk… wat is er nu mooier dan mensen helpen met een heerlijke vakantie in een van de mooiste steden van de wereld?
Hoe het allemaal begon
In 1998 verdient Paolo Calabrò doormiddel van enkele advertenties zijn eerste centjes met het verhuren van kamers in enkele bed&breakfasts. Een jaar later koopt hij zijn eerste PC met modem en hij begint met de website Millennium-beb.com (een van de eerste B&B-portals in Rome). In 2000, tijdens het jubeljaar van het Vaticaan, gaat het Millennium B&B voor de wind en er komt een goede omzet.
Weer een jaar later richt Paolo Calabrò Romereservation.com op, het eerste portal voor vakantiehuizen in Rome. Daarnaast bouwt hij een klein houten huisje in de tuin van zijn huis om zo vier werkplekken te hebben. In 2002-2003 is deze site hét referentiepunt in de vakantiehuizenbusiness in Rome, maar vanwege verschillende inzichten met business partners wordt het stopgezet.
In 2003 wordt Rentalinrome.com geboren, met de knowhow uit de voorgaande jaren. Een jaar later al opent Rental in Rome een echt kantoor in Cerenova. Het krijgt langzaamaan een echt netwerk van vakantiehuizen in Rome, met als resultaat dat in 2005-2006 de omzet vertienvoudigd. Er worden steeds meer mensen aangenomen en ook het aantal kantoren groeit. Begin 2009 wordt het eerste kantoor in Rome geopend, aan de Via dei Riari in Trastevere.
Ahhhhhhhhhhh, ho capito chi sei! Sei il marito della figlia della sorella del cicciotto! ‘Ahhhhhhhhhhh, ik heb begrepen wie je bent. Jij bent de man van de dochter van de zus van ‘bolle’.’ Deze week is het twee keer voorgekomen dat ik even stilstond bij het feit dat er in Italië veel bijnamen gebruikt worden. Deze episode was in een winkel en de beste man had dus begrepen wie ik ben. De tweede episode was bij de autodealer die mij door verwees naar er capoccione (Romeins voor il capoccione, de groothoofd). Ikzelf heb hier in ook verschillende bijnamen. Op het werk noemen ze me Robottone (grote robot). Dit waarschijnlijk omdat ik als ik op het werk ben, werk, en niet om het half uur koffie sta te drinken. Dit heeft als gevolg dat mijn zoon Daniel, Robottino (kleine Robot), wordt genoemd. De jongste, Elisa, is dan uiteraard Robottina.
Bij het voetballen noemen ze mij Olandese Volante waar geen verdere uitleg bij nodig is. Daarnaast is er een groep vrienden die me Isacco Africano noemt. Omdat ik in de zomer simpelweg niet zo bruin ben als de meeste Italianen. De meeste mensen met een bijnaam zijn daar erg trots op. Ze stellen zich ook voor met hun bijnaam en veel mensen kennen hen alleen bij hun bijnaam. In de periode dat ik hier kwam wonen, leerde ik van veel mensen eerst alleen hun bijnaam en kende ik niet hun echte naam.
Hierbij enkele (Romeinse) bijnamen van mijn vrienden en kennissen:
ER SECCO – de dunne
ER NEGRO – de neger
ER CICCIO – de bolle
ER ROSCIO – de rooie
ER NASONE – de grote neus
QUATTROCCHI – ‘vier ogen’, voor een brildrager
GIBBY – afkorting van gibbon, de aap met de lange armen. Op de middelbare school was de drager van deze bijnaam betrokken bij een vechtpartij en daarbij sloeg hij om zich heen als een gibbon.
ER DUCA – duca staat voor due capelli, twee haren. Het is de bijnaam van een kale vriend (die zelfs geen twee haren meer heeft) ER FAINA – de steenmarter, een klein bijdehand diertje. Een mooie bijnaam voor een listige jongen die op zijn geld zit.
PITZIPACCO – De achternaam van de drager van deze bijnaam is Pitzalis. Hij heeft altijd een broek aan die net te strak, zit zodat zijn ‘pacco’ goed te zien is.
TTP – TTP zit elke dag aan de telefoon met zijn vrouw en de eerste zin die hij zegt, is altijd maar dan ook altijd: ‘Tutto a posto?’
ZIO COCO – De oudste collega van Rental in Rome met de naam Claude; hij is de zio (oom) van het bedrijf.
FRISKIS – Friskis is een merk kattenvoer. De jongen met deze bijnaam at in zijn jeugdjaren eens van kattenvoer en nu wordt hij al twintig jaar Friskis genoemd.
ER PISELLINO – ‘piemeltje’. Niet omdat de drager van deze bijnaam klein geschapen is maar omdat hij het broertje is van Pisellone, die nogal groot geschapen is.
ER MORTO – de dode, de bijnaam voor een jongen die erg wit ziet in zijn gezicht en op een dode lijkt. ER PINOLO – de pijnboompit, naar de vorm van zijn hoofd.
ER PELICANO – de pelikaan, een passende bijnaam voor iemand die altijd graait en zoveel mogelijk voor zichzelf wil hebben. ER POMATA – de crème, een toepasselijke bijnaam voor iemand die altijd de haartjes strak gekamd heeft, met heel veel gel.
DUJU – [DOYOU] – de drager van deze bijnaam probeerde ooit een beetje Engels te praten:’Do you remember?’ Hij vergeet het in elk geval nooit meer, want hij wordt nu al een jaar of twintig duju genoemd.
ER TUNNY – afgeleid van tonno (tonijn), voor iemand die urenlang met dezelfde uitdrukking op zijn gezicht zit.
ER PUPPY – de jongste van het stel, met nog altijd een babyface. NUNO – komt van gnu (gnoe), voor een man die een tik heeft en een geluid maakt dat lijkt op dat van een gnoe (dat neem ik althans maar aan want ik heb nog nooit een gnoe in het wild gehoord).
O’FRANCESE – als deze beste man praat, is hij moeilijk te volgen. Het lijkt niet op Italiaans, maar eerder op binnensmonds Frans.
MEZZA PIOTTA – deze bijnaam kun je vergelijken met een halve meijer bij ons. De man is dan ook gierig en hij houdt nooit op met schooien. De koffie in de bar betaalt hij nooit. Daarnaast is hij afkomstig uit Colombia en krijgt hij ‘mezza’ niet goed uitgesproken; dat wordt messa.
KIURAE’ – Siciliaans voor che ore sono (hoe laat is het?). Tijdens zijn jeugdjaren had deze vriend geen horloge en vroeg hij altijd hoe laat het was. ER CIPOLLA – de ui, voor iemand met een nare geur uit zijn mond.
ER CACIARA – de puinhoop, voor iemand die altijd zonder dat er iets aan de hand is problemen kan veroorzaken.
ER PARABOLA – de schotel van de satelliet zorgt voor een toepasselijke bijnaam voor deze jongen met flaporen.
‘A GIRAFFA – een van de weinige vrouwen met een bijnaam, voor een lange vrouw met een lange nek.
ER TROTA – de forel, voor een jongen met een domme blik in zijn ogen die inderdaad niet bepaald intelligent is.
ER PIUMA – afkorting van il più matto, de gekste. Uitleg overbodig.
ER FACHIRO – de fakir. De schoenmakersfamilie in het dorp wordt de fakir familie genoemd. Dit omdat de vader in het verleden altijd op blote voeten liep, ook over het gloeiend hete asfalt.
Al met al kom ik er als ik dit lijstje nog eens nalees met Olandese Volante en Robottone goed van af ?
‘Ik heb jullie al eens eerder verteld dat de gesprekken in het dagelijkse leven van een Italiaan veelal over eten gaan. Over wat je hebt gegeten, maar ook en vooral over wat er gegeten gaat worden. De afgelopen weken was dit nog erger dan anders, met de feestdagen in het vooruitzicht. Aangezien ik pas in Nederland was geweest, bracht ik de kerstdagen door bij mijn Italiaanse schoonfamilie. Het grote voordeel was dat het kerstmenu al lang voor kerst was vastgesteld door de oude garde, de vrouwen die voor en tijdens de kerst de keuken bestierden. Tussen al het eten door werd er vooral veel gekaart. Een kaartspel met Italiaanse speelkaarten, bestia genaamd, heb ik aardig wat uurtjes gespeeld. Het is een soort van toepen maar dan met Italiaanse speelkaarten.
Tot zover de rust.
Want meteen na de laatste kerstgang barstte de discussie over Oudejaarsavond écht los. We waren al weken met vrienden aan het heen en weren om de plannen voor 31 december te bespreken. Gelukkig hadden we geen last van het normaal gesproken eerste probleem: wel of niet uit eten gaan. We wilden met de kinderen gewoon lekker ergens bij iemand thuis zijn – en aangezien wij de jongste hebben was de keuze dus gemakkelijk: Oud&Nieuw vieren we bij de familie Van Aggelen.
Maar dan! Dagen, weken al wordt er gediscussieerd over wat er dan allemaal op tafel moet komen. Ik opperde het idee om de discussie niet altijd live te voeren, maar via berichtjes, door een whatsapp-groep aan te maken. Wat ik toen nog niet wist, was dat als ik mijn telefoon elke ochtend aanzette dit honderden ongelezen berichten tot gevolg had. Met op de nuchtere maag discussies over wel of geen lasagne als primo… Vis of vlees? Of alle twee? Voor dat deze simpele vraag is beantwoord, ben je al twee avonden verder. En als dat uiteindelijk unaniem is besloten, moet er natuurlijk ook nog beslist worden WAT voor vis er gegeten wordt. Gelukkig kun je om één ding niet heen tijdens Oud & Nieuw, de lenticchie (linzen). Dit is traditie en hoe meer linzen je eet, hoe meer geld je gaat verdienen in het nieuwe jaar. Die staan dus op het menu, zonder discussie. Maar goed, daarmee heb je nog geen avondvullend diner. Suggesties vlogen over en weer. Een van onze vriendinnen is ook nog eens een foodblogger en je hoeft maar iets te roepen en zij maakt er meteen een heel gerecht van. Dus ideeën te over en ik vind ALLES lekker, dus dat maakt het niet makkelijker.
Hier enkele passages uit de berichten:
‘Een weekje later dan gepland wil ik jullie vertellen over mijn verblijf in Nederland. Het was weer even geleden dat ik in Nederland was geweest en heb in de dagen dat ik er was vele vrienden en bekenden kunnen zien.
De belangrijkste reden dat ik in Nederland was, was echter het feest van mijn moeder die na veertig trouwe dienstjaren met pensioen ging. In ‘s-Hertogenbosch heeft zij een erg mooi afscheid gehad met zo’n honderd collega’s en oud-collega’s. Ik was erg blij dat ik erbij kon zijn. Eigenlijk zou het vaker moeten gebeuren dat je afscheid neemt, zodat je vaker bevestiging krijgt van wat je doet.
De andere dagen dat ik in Nederland was, heb ik zoals altijd gewoon mijn werkzaamheden voor Rental in Rome voortgezet. Als je werkzaam bent in het toerisme heb je nu eenmaal nooit vakantie.
Maar ik heb ook veel vrienden en bekenden bezocht. Veel mensen die ik de afgelopen week heb gezien of onverwacht ben tegengekomen, had ik al een hele tijd niet gezien. De meesten vroegen mij dan ook of ik Nederland mis? En of het leven in Italië nou zo anders is dan in Nederland?
Nou, het leven in Italië is anders…. En daar heb ik deze keer extra bij stil gestaan. Een kleine samenvatting van alles wat me afgelopen week is opgevallen:
Het begint al ‘s morgens vroeg met het ontbijt. In Italië ontbijt men veelal buitenshuis, in een bar, met een cappuccino en cornetto en de onvermijdelijke La Gazzetta dello Sport. Thuis ontbeet ik met brood en het Brabants Dagblad… In Nederland een bakkie koffie doen betekent even een uurtje bijkletsen. In Italië un caffè betekent even de bar binnen en vijf minuten later weer door…
Bij de lunch eten Nederlanders een broodje of ’s ochtends vroeg gesmeerde boterhammetjes die ze van thuis hebben meegenomen. Ik eet alweer jaren een bord pasta met de lunch. En die gaat ook weleens mee in een ‘pastatrommeltje’.
De kosten van het openbaar vervoer in Nederland zijn absurd hoog. Ik reis voor zestig euro een hele maand Rome en omstreken door. Daar kun je in Nederland een retourtje Tilburg – Amsterdam van kopen. Om het nog maar niet te hebben over de bus…
In Nederland praat iedereen altijd over het werk. Het is een van de standaardvragen, ‘Hoe gaat het op je werk?’ In Italië wordt er stukken minder over werk gepraat. Dat is gewoon iets wat je doet, punt, basta. Leven doe je daarnaast.
In Italië biedt niemand je een sigaret aan. Als je dat wel doet, is je pakje snel leeg want je krijgt nooit wat terug. In Nederland bied je aan en wordt er aangeboden.
Ik werd er bij vrienden twee keer uitgezet thuis. Eén keer omdat het 22.15 uur was en men moest naar bed (‘Ik moet morgen werken’) en één keer omdat er NU boodschappen gedaan moest worden. Dat maak ik in Italië niet mee.
Wat me ook opviel: afspreken doe je in Nederland vrijwel altijd ná het avondeten. Nederlanders vragen niet of je komt eten. En er is niemand die vraagt wat je gegeten hebt die avond. In Italië gaat het altijd over eten. Italianen willen weten wat je gegeten hebt (tot in het kleinste detail en wat je straks, morgen of overmorgen gaat eten.
‘Hey Isaac, ik hoorde dat je in Nederland bent! Kom je vanavond langs? Neem wel even wat wijn mee want ik heb niets in huis.’ Dat gebeurt in Italië echt niet hoor…
Ik ben ook nog een avondje met vrienden uit eten geweest. De kinderen bleven thuis, de oppas kwam. Iets wat je in Italië niet zal tegenkomen. De kinderen gaan natuurlijk gewoon mee uit eten.
De kinderen gaan vroeg naar bed in Nederland. Bij het achtuurjournaal zitten man en vrouw al samen voor de buis. Tegen die tijd beginnen wij net met eten en de kinderen gaan tegen 21.30 uur slapen. En niet alleen in de zomer!
‘s Avonds zie je in Nederland vrijwel geen mensen op straat. Iedereen zit binnen, met de gordijnen dicht anders kunnen er andere mensen binnen kijken…
Op zaterdagavond gaan de mensen uit en worden bijna allemaal dronken. Om dan midden in de nacht nog een vette hap naar binnen te werken. In Italië uitgaan betekent niet dronken worden maar een drankje doen en lekker dansen. En als het echt laat wordt, vooruit, dan ga je bij een vroege bakker een cornetto halen. Maar zeker geen hamburger of shoarma!
Ik heb trouwens ook nog een avondje gevoetbald met wat vrienden. In de kleedkamer zie je naast het grote verschil in lichaamshaar ook wat andere verschillen. In Italië ben ik bijna altijd de enige zonder tatoeages, de enige die geen badjas aan heeft na het douchen en de enige die niet een half uur lang zijn haren föhnt. Daarnaast begint na de training of wedstrijd in Nederland de derde helft met een biertje. In Italië kennen ze geen voetbalkantines dus iedereen gaat naar huis, met geföhnd haar – je zou eens kou vatten.
Er zijn me nog veel meer zaken opgevallen, maar die bewaar ik voor een volgende keer. Anders mag ik tijdens mijn volgende bezoek aan Nederland nergens meer komen ?
A presto!’
‘Na de geboorte van Elisa (zie voor de eerste foto’s mijn vorige blog) zijn mijn ouders en zus afgelopen weekend langs geweest om de jongste Van Aggelen te bewonderen.
Als ik terugkijk op al die jaren dat ik in Italië woon, is het meest trieste moment eigenlijk de dag van vertrek en de dag erna. Op de dag dat ik een enkele reis Eindhoven-Rome maakte, werd ik ’s morgens wakker gemaakt door mijn moeder zodat we voor de laatste keer samen konden ontbijten. Dat hebben we jarenlang gedaan – ondanks het feit dat we beiden geen praters zijn ’s ochtends vroeg.
Daarna controleerde ik nog even alles, belde nog met mijn zus en ging ik samen met mijn vader en een vriend naar het vliegveld. Het moment dat we elkaar gedag zeiden en mijn vader in tranen uitbarstte, zal ik nooit vergeten.
Tijdens de vlucht kreeg ik bijna spijt van dit avontuur. Ook toen ik aankwam en Marina mij op kwam halen, was ik eigenlijk erg triest. Die nacht sliep ik weinig en dacht ik bij mezelf: ‘Waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen… Ik laat mijn ouders, zus en vrienden achter en ik begin aan een onbekend avontuur.’
Ik trok bij mijn schoonouders, Marina en haar broer in. Gelukkig waren zij er altijd voor me en hielpen ze me met alles, vooral ook met de taal. Nadat ik ook binnen tien dagen een baan en een voetbalclub had gevonden, voelde ik me steeds meer op mijn gemak, maar nog zeker niet thuis.
Nu, na al die jaren, vraag ik me nog wel eens af hoe ik het ooit in mijn hoofd heb gehaald om de stap te wagen en hier te gaan leven. Als ik het opnieuw zou moeten doen, zou ik het waarschijnlijk NOOIT doen. Maar toch voel ik me nu helemaal thuis en zou ik, denk ik (zeg nooit nooit), niet meer zo snel teruggaan naar Nederland.
Ik spreek mijn ouders regelmatig via mail, Skype en elke zondag (na Studio Sport) via de telefoon. Op zondagavond ga ik er altijd goed voor zitten om de week door te nemen met het ‘thuisfront’. We kletsen dan altijd een uurtje. Mijn zus spreek ik veelal via Whatsapp, Facebook, Viber en Tango. Ook met vrienden in Nederland is het tegenwoordig gemakkelijk om contact te houden met al de applicaties op de smartphone. Marina daarentegen spreekt haar moeder elke dag. Niet alleen om bijvoorbeeld af te spreken of Daniel wel of niet uit school moet worden gehaald, maar ook gewoon om even te kletsen wat er die dag klaargemaakt gaat worden.
‘Elisa is geboren! Na maanden van spanning was het moment daar. Op 31 oktober om 8.43 uur is onze dochter, Elisa, geboren. Ze woog precies 2550 gram. Ondanks dat haar achternaam in eerste instantie verkeerd was geschreven, is Elisa van Aggelen ook bij de gemeente geregistreerd op 1 november.
Elisa is met een keizersnee ter wereld gekomen. Onze oudste, Daniel, werd drie jaar geleden ook met een keizersnee geboren en de gynaecoloog raadde ons aan om na een keizersnee niet natuurlijk te bevallen. Die gynaecoloog hebben mijn vrouw Marina en ik de afgelopen maanden erg vaak gezien. Elke maand op controle en de laatste twee maanden zelfs iets regelmatiger. Wat controles betreft houden ze graag net zo de vinger aan de pols als in Nederland, hier in Italië.
Het is in Italië echter, anders dan in Nederland, vrij normaal om naar een privékliniek te gaan tijdens de zwangerschap. Vooral omdat dat stukken vlotter werkt dan in het ziekenhuis. Een afspraak maken in het ziekenhuis betekent een algemeen nummer bellen waarna er wordt gekeken in welk Romeins ziekenhuis het snelst plaats is. Dat kan dus betekenen dat drie controles in drie verschillende ziekenhuizen plaatsvinden. Iets wat je een zwangere vrouw niet graag aandoet…
Ik vond het dus prima om alles in een kliniek te doen, ook omdat daar de tijden van de afspraken heel behoorlijk gerespecteerd worden. Op die manier konden we werk en de opvang van Daniel goed plannen. Voor mijn vrouw was het vooral prettig omdat ze op deze manier weet wie haar controleert en waar. Het kost echter wel een flinke duit, 75 euro per afspraak. Daarnaast zijn er de vele bloed- en urineonderzoeken die ook maandelijks gedaan moeten worden, maar gelukkig wel naar de gynaecoloog gemaild kunnen worden…. Ja, ja heel modern!
Ook hebben wij een vruchtwaterpunctie laten doen in de zestiende week. Alle zwangere vrouwen die ik ken – in Italië dan – doen dat. Als de zwangere vrouw 35 jaar of ouder is dan is de vruchtwaterpunctie gratis, maar ook jongere vrouwen doen het bijna altijd. Hier willen ze niets aan het toeval over laten en het lijkt – ondanks de hoge kosten – echt een blijvende ontwikkeling te zijn.
Goed, genoeg over de zwangerschap. Want al die controles waren vergeten op het moment dat we de kleine Elisa voor het eerst in onze armen hielden.
‘Afgelopen week liep ik met een partijtje voetballen een behoorlijke verrekking in mijn kuit op met als gevolg dat ik de dag erna niet normaal kon lopen. Dit betekende dat ik mijn dagelijkse ritme even moest omgooien. Normaal gesproken ga ik met de auto naar het station, dan met de trein naar Rome en dan een half uurtje te voet, van station naar kantoor, langs de mooiste monumenten van de stad.
Het lopen was onmogelijk, dus ik besloot om met de auto naar kantoor te gaan. Ik neem altijd de trein van 8.19 uur vanaf het station Marina di Cerveteri. Na een klein half uurtje kom ik dan aan op station San Pietro in Rome, om vervolgens langs het Sint-Pietersplein richting Castel Sant’Angelo (Engelenburcht) naar Piazza Cavour te lopen.
‘Eens in de zoveel tijd komen er vrienden of familieleden enkele dagen over. Afgelopen week was het weer zover. Twee vrienden, die ik al van jongsaf aan ken, kwamen enkele dagen naar ons huis in Cerveteri. De meeste vrienden die komen, genieten volop van het Italiaanse leven. Dat was ook nu het geval. Eind september, nog zo’n 28 graden, dan is een dagje strand niet verkeerd. Ondanks de temperatuur waren we bijna de enigen op het strand. ‘s Avonds lekker eten en drinken en de volgende dag op pad om de omgeving te zien. De meeste van mijn vrienden zijn al regelmatig in Rome geweest en ondanks dat een dagje Rome altijd blijft trekken, wilde ik deze keer eens wat anders in de omgeving laten zien. Gelukkig zijn er in mijn omgeving naast Rome en het strand van Cerenova/Campo di Mare vele andere prachtige plaatsen om te zien. Ik neem jullie vandaag mee op pad!
Le necropoli della Banditaccia
Eerst gaan we naar de necropoli della Banditaccia, waar je een idee krijgt hoe de Etrusken vroeger leefden. De Etrusken hadden de gewoonte om graven te maken in de vorm van echte huizen en deze te decoreren met kunstwerken en in te richten met meubels. De overledenen werden omringd met allerlei gebruiksvoorwerpen (bijvoorbeeld juwelen en wapens maar ook voedsel en drank). De overledene kon een soort van leven voortzetten in een omgeving die hem bekend was. De overtuigingen van de Etrusken was namelijk dat in deze huizen het hiernamaals was. De duizenden verschillende soorten graven vertegenwoordigen de groei van de economie, cultuur en religie.
Het symbool van de necropolis van Cerveteri is de tumulo, een cirkelvormige structuur gemaakt van tufsteen met een opeenstapeling van aarde erboven, die één of meer graven van dezelfde familie bevat. Dit alles wordt prachtig weergegeven in een 3D-film en in 3D-animatie in de graven. Daarnaast is er ook nog een museum, il Museo Nazionale Cerite (eveneens met 3D-animatie) in het centrum van het dorp, met veel aardewerk van de Etrusken.
‘Bij mij op kantoor werken niet alleen mensen van verschillende nationaliteiten; we hebben ook tifosi, supporters, van verschillende clubs. In Italië is het eigenlijk onmogelijk om geen tifoso te zijn van een bepaalde club. Niet alleen mannen maar ook vrouwen zijn vol overgave supporter. Overal wordt er over voetbal gepraat en overal zie je de onvermijdelijke roze krant, La Gazzetta dello Sport. Voetbal is de ultieme therapie om de keiharde werkelijkheid van het leven te ontvluchten.
Zelf volg ik het Italiaanse voetbal heel erg goed maar mijn hart klopt alleen voor Feyenoord. Als die club geen goed resultaat haalt, voel ik me ellendig. Daar heb ik bij het Italiaanse voetbal gelukkig geen last van, al vind ik het heerlijk om alle wedstrijden te volgen, ook omdat ik zo gezellig mee kan kletsen in de bar, in de trein, op mijn werk…
In Rome zijn er twee clubs: AS Roma en Lazio Roma. Deze twee clubs spelen in hetzelfde stadion, het Stadio Olimpico. De ene week kleurt het stadion celeste (voor Lazio Roma) en de andere week giallo/rosso (voor AS Roma). Beide clubs hebben voor de fanatiekste aanhang een eigen curva (ring) achter het doel, voor Lazio Roma is dat de Curva Nord en voor AS Roma de Curva Sud.
Het is eigenlijk onmogelijk om de haat tussen deze twee clubs en het belang van een derby in één blog samen te vatten, maar ik vind het leuk te beschrijven wat er gedurende een derby allemaal naar boven komt bij de mensen om me heen.
De meeste Romanisti wonen in de stad en de Laziali meer erbuiten. De Laziali worden dan ook afgeschilderd als ‘boeren’. De Romanisti vinden dat AS Roma de enige club van de stad is. Lazio Roma is echter eerder opgericht, dus de aanhangers van deze club zeggen weer dat Lazio het voetbal naar Rome heeft gebracht.
Afgelopen zondag werd de derby van Rome, een van de meest beladen voetbalwedstrijden ter wereld, gespeeld. De pesterijen, de grapjes over en weer en de discussies over wie nu de beste club van Rome is, begonnen op kantoor en in mijn vriendengroep al op de maandag ver voor de wedstrijd. Vroeg? Wat denk je dan van het feit dat je een Romanista nooit in een lichtblauw overhemd ziet lopen, alleen omdat de kleur al te veel is? Of van de grappen en pesterijen op Facebook, die zo’n 365 dagen per jaar doorgaan?
Francesco Totti ‘il Capitano’ is de held van de Romanisti. Hij heeft zijn hele leven voor AS Roma gespeeld en nu hij ver in de 30 is, staat hij nog in de basis. Deze foto van hem is één van de grappigste die ik voorbij heb zien komen met de tekst: T’ ho alzato la coppa in faccia – ‘Ik heb de cup in je gezicht omhoog geduwd’. En daarna de vraag aan zijn vrouw: ’Schat, waarom word ik niet bruin in mijn gezicht?’
‘Afgelopen zaterdag was het weer eens tijd om naar de kapper te gaan. Niet alleen voor mij, maar ook voor mijn zoon, Daniel. Aangezien de kapper de gehele maand augustus dicht was vanwege vakantie konden we eindelijk weer in september terecht. Daniel is drie jaar oud en kletst de oren van ons hoofd. Hij doet dit vooral in het Italiaans. Deze taal hoort hij natuurlijk de hele dag door. Alleen papa en wat familie en vrienden die af en toe op bezoek komen praten Nederlands met hem.
Daniel begrijpt het Nederlands erg goed, maar hij reageert bijna altijd in het Italiaans. Een simpel antwoord zoals ‘Ja, papa’ geeft hij eigenlijk nooit. Zo’n antwoord gaf hij dus ook niet toen papa vroeg of hij als eerste wilde. ‘No, papà vado io prima perché cosi dopo posso giocare con le macchine mentre ti guardo’ (Nee, papa, ik ga eerst want dan kan ik daarna met mijn autootjes spelen terwijl ik naar jou kijk).
De man die in de stoel naast Daniel zat, keek erg vreemd. De papa praat een rare taal die hij niet kent en die kleine blonde krullenbol geeft antwoord in het Italiaans. De kapper had het ook door en vertelde de man dat de papa Nederlander is. Daarop volgde een reactie die mij ondertussen totaal niet vreemd is. Wat ik in hemelsnaam in Italië doe?!?!
Een vraag die ik vaker te horen krijg. Het is de standaardreactie van Italianen die horen dat ik geen Italiaan ben maar Nederlander. Ondanks dat het weer hier beter is en het eten erg lekker vinden de Italianen het vreemd dat ik als Hollander naar Italië vetrokken ben. Volgens de meeste Italianen is het in het buitenland allemaal veel beter dan hier.
Tja, ik ben in ieder geval niet naar Italië gegaan omdat het salaris hoger is dan in Nederland. Ik ben van mening dat zolang je werk hebt, het leven in Italië niet onaardig is, maar zeker ook niet altijd gemakkelijk.
"Ma la cucina italiana ti piace, vero?" Over de Italiaanse keuken hoef je het niet te hebben. Het Italiaanse eten is natuurlijk het lekkerste van de hele wereld. Daar ga ik niet meer tegenin tegenwoordig – om heftige discussies te voorkomen. Voor de meeste Italianen bestaat alleen de Italiaanse keuken.
Ook over politieke voorkeuren laat ik me nooit uit. Ik zeg simpelweg dat ik niet mag stemmen omdat ik de Italiaanse nationaliteit niet heb. Dat scheelt ook weer een discussie over wel of niet Berlusconi. Een andere normale vraag, die ook door de beste man naast me bij de kapper werd gesteld, is of er in Nederland ook zo véél belasting wordt betaald. Soms heb ik het idee dat de meeste Italianen het idee hebben dat er alleen in Italië belasting wordt betaald.
Maar toen wij thuis het één en ander gingen verbouwen, ging het zo: de elektriciën laat een offerte achter, de stukadoor, de loodgieter en de metselaar. Op al deze offertes staat letterlijk een prijs mét en een prijs zonder BTW. Dus wil je geen factuur na afloop van het werk, dan krijg je een korting van 21%. Dit is een vrij normale zaak. Ik heb geen idee of dit in het noorden van Italië ook het geval is, in het zuiden en midden van Italië in ieder geval wel.
Uiteindelijk bedragen de kosten van de kapper € 22,50 voor ons tweeën.. Dat is goedkoper dan in Nederland. Maar na afloop vraagt de kapper of ik een bonnetje wil. Ja, natuurlijk wil ik een bonnetje – waarop hij me wat vreemd aankijkt. En dat is nou net wat ik zo vervelend vind in Italië. Iedereen klaagt over de belastingen maar iedereen doet zijn best om zo min mogelijk belasting te betalen. Meneer de kapper zat echter wel vier weken met zijn gat in Santo Domingo. Ik moest het doen met vier dagen Goirle bij mijn ouders en zus…’
‘In tegenstelling tot vele mensen die na hun maatschappelijke carrière een huisje kopen in Italië om van hun pensioen te genieten, ben ik reeds naar Italië gegaan voordat mijn maatschappelijke carrière überhaupt begonnen was. Precies een maand na mijn afstuderen op het HBO heb ik een enkele reis Rome geboekt. Ik ging mijn grote liefde, Marina, achterna, naar het prachtige, culturele Cerveteri. Een dorpje dicht bij Rome, dicht bij het strand en met ontzettend veel cultureel erfgoed. Cerveteri is van oorsprong een belangrijke Etruskische stad waar de grootste toeristische trekpleisters de Banditaccia-Necropolis en het Nationaal Museum Cerite zijn.
Maar ik ging voor Marina. We leerden elkaar kennen toen ik met vrienden in Bodrum op vakantie was. Na drie jaar van op en neer reizen, besloot ik mezelf uit te schrijven bij de gemeente Goirle en de stap te wagen in Italië te gaan wonen. Ik sprak de taal niet, had geen baan en wist niet echt wat me te wachten zou staan. Het enige wat ik had was mijn vriendin en 15 kilo bagage. Na tien dagen van bureaucratie om mezelf in te schrijven en de benodigde vergunningen te krijgen om te kunnen wonen en werken in Italië, kon ik aan de slag bij een callcenter. Na een half jaar leerde ik, bij toeval, het bedrijf Rentalinrome.com kennen, waar ik nu nog steeds werkzaam ben. Ik help Nederlanders die op zoek zijn naar een leuk vakantieappartement in Rome (en eveneens in Florence en Venetië).
De Engelenburcht onthult de kamers waar de beroemde graaf zijn tijd diende.
Als onderdeel van de tentoonstelling van de ‘Polittico degli Zavattari’ die zal worden gehouden van 2 mei tot en met 19 mei, onthult Castel Sant'Angelo (de Engelenburcht) één van de meest geheime plaatsen: ‘De Cagliostra’, een klein appartement, dat zijn naam dankt aan de beroemde avonturier en alchemist Giuseppe Balsamo, graaf Cagliostro, die er gevangen zat voor hekserij in 1789.
Exclusief van de traditionele route met een bezoek aan het Nationaal Museum van Castel Sant'Angelo, is het kleine appartement dat bestaat uit drie kamers: een centrale, een grotere, en twee andere zijkamertjes, bekend Gabinetto del Delfino e della Salamandra e Gabinetto della Cicogna, door de heraldische emblemen van Paulus III Farnese (1534-1549) afgebeeld in het midden.
De decoratie, geschilderd op een witte achtergrond die de kamers bedekken en op de binnenmurenHet is een een open architectuur van landschappen bevolkt door fantastische figuren.
De hal, ‘Polittico degli Zavattari’ is een groot schilderij dat bestaat uit zeven panelen die weer in elkaar zijn gezet en gerestaureerd door experts die weer terugkeert.
Nationaal Museum van Castel Sant'Angelo
Lungotevere Castello, 50 - 00193 ROMA
Informatie en boekingen tel. +39 06 32810
(Call center boekingen is bereikbaar bam maandag tot vrijdag van 9 tot 18 en zaterdag van 9 tot 13)
Openingstijden
Dinsdag/Zondag 9.00 - 19.30
Maandag dicht 25/12; 1/01.
Het ticketcenter gaat om 18.30 dicht
Boekingen
Verplicht voor groepen met meer dan 20 personen
Facultatief voor individuen en scholen
Boekingskosten € 1,00 (gratis voor scholen)
On line: http://www.ticketeria.it/
Entrée
Compleet € 10,50*
* kan altijd veranderd worden bij tentoonstellingen
Prijs bij korting € 7,00*
EU-inwoners tussen 18 en 25 jaar, leerkrachten van scholen
* kan altijd veranderd worden bij tentoonstellingen