Een robot, twee haren, kattenvoer en andere Romeinse bijnamen

Ahhhhhhhhhhh, ho capito chi sei! Sei il marito della figlia della sorella del cicciotto! ‘Ahhhhhhhhhhh, ik heb begrepen wie je bent. Jij bent de man van de dochter van de zus van ‘bolle’.’  Deze week is het twee keer voorgekomen dat ik even stilstond bij het feit dat er in Italië veel bijnamen gebruikt worden. Deze episode was in een winkel en de beste man had dus begrepen wie ik ben. De tweede episode was bij de autodealer die mij door verwees naar er capoccione (Romeins voor il capoccione, de groothoofd).  Ikzelf heb hier in ook verschillende bijnamen. Op het werk noemen ze me Robottone (grote robot). Dit waarschijnlijk omdat ik als ik op het werk ben, werk, en niet om het half uur koffie sta te drinken. Dit heeft als gevolg dat mijn zoon Daniel, Robottino (kleine Robot), wordt genoemd. De jongste, Elisa, is dan uiteraard Robottina.

 

Bij het voetballen noemen ze mij Olandese Volante waar geen verdere uitleg bij nodig is. Daarnaast is er een groep vrienden die me Isacco Africano noemt. Omdat ik in de zomer simpelweg niet zo bruin ben als de meeste Italianen.  De meeste mensen met een bijnaam zijn daar erg trots op. Ze stellen zich ook voor met hun bijnaam en veel mensen kennen hen alleen bij hun bijnaam. In de periode dat ik hier kwam wonen, leerde ik van veel mensen eerst alleen hun bijnaam en kende ik niet hun echte naam.  

 

Hierbij enkele (Romeinse) bijnamen van mijn vrienden en kennissen:  

ER SECCO – de dunne  

 

ER NEGRO – de neger  

 

ER CICCIO – de bolle  

 

ER ROSCIO – de rooie  

 

ER NASONE – de grote neus  

 

QUATTROCCHI – ‘vier ogen’, voor een brildrager  

 

GIBBY – afkorting van gibbon, de aap met de lange armen. Op de middelbare school was de drager van deze bijnaam betrokken bij een vechtpartij en daarbij sloeg hij om zich heen als een gibbon.  

 

ER DUCA – duca staat voor due capelli, twee haren. Het is de bijnaam van een kale vriend (die zelfs geen twee haren meer heeft)  ER FAINA – de steenmarter, een klein bijdehand diertje. Een mooie bijnaam voor een listige jongen die op zijn geld zit.  

 

PITZIPACCO – De achternaam van de drager van deze bijnaam is Pitzalis. Hij heeft altijd een broek aan die net te strak, zit zodat zijn ‘pacco’ goed te zien is.  

 

TTP – TTP zit elke dag aan de telefoon met zijn vrouw en de eerste zin die hij zegt, is altijd maar dan ook altijd: ‘Tutto a posto?’  

 

ZIO COCO – De oudste collega van Rental in Rome met de naam Claude; hij is de zio (oom) van het bedrijf. 

 

FRISKIS – Friskis is een merk kattenvoer. De jongen met deze bijnaam at in zijn jeugdjaren eens van kattenvoer en nu wordt hij al twintig jaar Friskis genoemd.  

 

ER PISELLINO – ‘piemeltje’. Niet omdat de drager van deze bijnaam klein geschapen is maar omdat hij het broertje is van Pisellone, die nogal groot geschapen is.  

 

ER MORTO – de dode, de bijnaam voor een jongen die erg wit ziet in zijn gezicht en op een dode lijkt.  ER PINOLO – de pijnboompit, naar de vorm van zijn hoofd.  

 

ER PELICANO – de pelikaan, een passende bijnaam voor iemand die altijd graait en zoveel mogelijk voor zichzelf wil hebben.  ER POMATA – de crème, een toepasselijke bijnaam voor iemand die altijd de haartjes strak gekamd heeft, met heel veel gel.  

 

DUJU – [DOYOU] – de drager van deze bijnaam probeerde ooit een beetje Engels te praten:’Do you remember?’ Hij vergeet het in elk geval nooit meer, want hij wordt nu al een jaar of twintig duju genoemd.  

 

ER TUNNY – afgeleid van tonno (tonijn), voor iemand die urenlang met dezelfde uitdrukking op zijn gezicht zit.  

 

ER PUPPY – de jongste van het stel, met nog altijd een babyface.  NUNO – komt van gnu (gnoe), voor een man die een tik heeft en een geluid maakt dat lijkt op dat van een gnoe (dat neem ik althans maar aan want ik heb nog nooit een gnoe in het wild gehoord).

 

O’FRANCESE – als deze beste man praat, is hij moeilijk te volgen. Het lijkt niet op Italiaans, maar eerder op binnensmonds Frans.  

 

MEZZA PIOTTA – deze bijnaam kun je vergelijken met een halve meijer bij ons. De man is dan ook gierig en hij houdt nooit op met schooien. De koffie in de bar betaalt hij nooit. Daarnaast is hij afkomstig uit Colombia en krijgt hij ‘mezza’ niet goed uitgesproken; dat wordt messa.  

 

KIURAE’ – Siciliaans voor che ore sono (hoe laat is het?). Tijdens zijn jeugdjaren had deze vriend geen horloge en vroeg hij altijd hoe laat het was.  ER CIPOLLA – de ui, voor iemand met een nare geur uit zijn mond.  

 

ER CACIARA – de puinhoop, voor iemand die altijd zonder dat er iets aan de hand is problemen kan veroorzaken.  

 

ER PARABOLA – de schotel van de satelliet zorgt voor een toepasselijke bijnaam voor deze jongen met flaporen.  

 

‘A GIRAFFA – een van de weinige vrouwen met een bijnaam, voor een lange vrouw met een lange nek.  

 

ER TROTA – de forel, voor een jongen met een domme blik in zijn ogen die inderdaad niet bepaald intelligent is.  

 

ER PIUMA – afkorting van il più matto, de gekste. Uitleg overbodig.  

 

ER FACHIRO – de fakir. De schoenmakersfamilie in het dorp wordt de fakir familie genoemd. Dit omdat de vader in het verleden altijd op blote voeten liep, ook over het gloeiend hete asfalt.  

 

Al met al kom ik er als ik dit lijstje nog eens nalees met Olandese Volante en Robottone goed van af ?

Reactie schrijven

Commentaren: 0